De gezaghebbende kredietbeoordelaar Fitch Ratings geeft Suriname een B+. Dat is een flinke stap terug van ‘stabiel’ naar ‘negatief’ voor de status van ’s lands economie, in vergelijking met de beoordeling BB- vorig in 2015. Fitch voorziet verder dat de Surinaamse economie nog dit jaar met 2 tot 3 procent zal krimpen. Het besteedbare inkomen daalt daarbij waarschijnlijk voor het eerst sinds 2000, terwijl de werkloosheid verder oploopt. De sombere voorspellingen voor de nu al zwakke financiële positie van Suriname zijn opgenomen in het jongste rapport van vrijdag.
De Surinaamse economie wordt vooral hard geraakt door de daling van grondstoffenprijzen en gaat dit jaar verder achteruit. Door de daling van de grondstoffenprijzen zijn het handels- en begrotingstekort sterk opgelopen. Tegelijkertijd verdampte een aanzienlijk deel van de financiële reserves bij pogingen de waarde van de Surinaamse dollar te ondersteunen. Het Kabinet Bouterse – Adhin hoopt samen met de monetaire autoriteiten, op steun van het Internationaal Monetaire Fonds (IMF). Er is echter nog geen overeenstemming bereikt over noodkredieten waar Suriname behoefte aan heeft.
Categorie B+
Fitch verlaagde vrijdag zijn oordeel over de kredietwaardigheid van Suriname, en zette het land daarbij terug naar de categorie B+. Dat betekent dat beleggingen in Surinaamse staatsleningen als heel speculatief worden gezien. Een lagere kredietwaardigheid kan het duurder maken voor de Surinaamse overheid om geld te lenen.
Koers
De regering heeft onlangs pogingen om de koers van de Amerikaanse dollar overeind te houden gestaakt. De waarde van de munt wordt vooralsnog op de markt bepaald, Fitch denkt dat daardoor de koers waarschijnlijk stevig zal dalen. Maar Glenn Gersie, governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), heeft zich voorgenomen valuta te gaan veilen voor handelsbanken, om vervolgens aan de hand daarvan de nieuwe koersen te bepalen. Als de koersen flink dalen, kan dat gunstig uitpakken voor de export.
Maar tegelijkertijd maakt het de financiële positie van het land zwakker, omdat een groot deel van de staatsschuld in buitenlandse valuta’s moet worden betaald. Die worden duurder door de daling van de Surinaamse munt.