De scheefgroei van salarissen van toppers bij parastatale bedrijven is onacceptabel, vooral in deze crisisperiode waarin Suriname verkeert. Dat meent VHP-parlementariër Krishna Mathoera. Gisteren heeft vicepresident Ashwin Adhin de salarissenreeks van de diverse directeuren bekendgemaakt. Vooral het salaris van de directeur van Staatsolie, die SRD 110.000 per maand verdient, heeft een schokkend effect op de samenleving, vindt Mathoera.
Ze merkt op dat voor directeuren bij de overheid er een salarisreeks is gehanteerd tot SRD 9000, terwijl er functies zijn zoals bij de Rekenkamer en de CLAD die tot de belangrijkste functies waardoor er een hoger salaris aan verbonden is. Bij parastatale bedrijven waar de overheid ook aandeelhouder is, heeft de overheid totaal geen grip gehad op het vaststellen van een salaris. “Ik vraag me af welke criteria zijn gehanteerd om te komen tot zulke salarissen bij de parastatale bedrijven”, aldus Mathoera. Volgens haar heeft bij de parastatale bedrijven, maar één beleid gegolden en dat is ‘Wie het kruis heeft, zegent zichzelf’. Ook vraagt de parlementariër zich af waarom bij de parastatale bedrijven de mogelijkheid bestaat om te participeren in de winstdeling, terwijl dat niet geldt voor de topfuncties binnen de overheid zelf. “Ook de politie zorgt voor inkomsten voor de Staat. Waarom wordt hetzelfde principe dan niet gehanteerd bij de politie? Waarom alleen bij de parastatale bedrijven?”
Mathoera vindt de verhoudingen tussen de verschillende overheidssalarissen ook niet correct. Zo verdient de directeur van het Staatsziekenfonds bijna de SRD 25.000, terwijl de korpschef maar SRD 6000 verdient. Zij vindt dat als wordt gekeken naar het werk van een korpschef, je uiteindelijk ziet dat hij meer werk moet verzetten dan de directeur van het SZF. “De korpschef is verantwoordelijk voor de veiligheid van het land. Hoe kan het ook dat een schoonmaakster van Staatsolie meer verdient dan een agent van politie? Dat kan gewoon niet”, zegt ze resoluut. De VHP-topper zegt dat er steeds verschillende uitgangspunten zijn gevolgd, die totaal geen lijn vormen in de salarissenreeks. Iedereen heeft voor zichzelf bepaald. “Wat zo triest is, is dat dit alles in een crisistijd naar buiten komt. De samenleving krijgt op deze manier het gevoel dat de top zichzelf regelt, terwijl zijzelf niets krijgen.” Mathoera zegt dat de regering snel moet gaan werken aan structuur en beleid, zodat dit nooit meer gebeurt. Salarissen moeten in evenwichtige verhoudingen worden vastgesteld. Wat haar verbaast, is dat de directeur van Staatsolie heeft opgemerkt dat hoger kader niet mag wegtrekken, vandaar dat zij fors moeten worden beloond. “Geldt dat alleen voor Staatsolie? Er is ook kader bij de overheid, onderwijs en gezondheid is ook even belangrijk en ook hier moet kader beloond worden.” Ze is ook niet tevreden over de wijze waarop de informatie door de regering is bekendgemaakt. Diverse bedrijven hebben in verschillende formats de informatie prijsgegeven. Er is geen eenduidige format gehanteerd en geen enkele sortering van informatie heeft plaatsgevonden. “Hoe kan je op deze manier managen als regering?”, vraagt zij zich af. Ze zegt dat ze nu pas begrijpt waarom de parastatale bedrijven tot nog toe geen informatie wilden prijsgeven over de salarissen van de toppers. “Zij wisten al die tijd dat ze verkeerd bezig waren en dat de samenleving geschokt zou reageren”, aldus Mathoera.
door Seshma Bissesar