Moeders geven nog te weinig borstvoeding

Carmen Scholsberg, coördinator borstvoedingsactiviteiten van de Stichting ter Bevordering van Borstvoeding in Suriname (Stibosu), is niet tevreden over het aantal moeders dat heel graag hun kroost aan de borst legt. Ze vindt dat veel vrouwen eerder naar de papfles grijpen en dat er nog steeds te weinig moeders borstmelk prioriteit geven boven pap.

Stibosu heeft vanmorgen in het Diakonessenhuis de training ‘Begeleiding bij borstvoeding’ gelanceerd voor vertegenwoordigers van ziekenhuizen. De training vindt plaats op 13, 14, 20 en 21 januari.

Volgens Scholsberg pakken moeders eerder de papfles, omdat zij er geen geloof in hebben dat borstvoeding het betrouwbaarste voor hun kindje is. Deze ontwikkeling stemt haar allesbehalve gelukkig. Gelet op de feiten, is er volgens Scholsberg genoeg werk aan de winkel voor de totale gezondheidssector en de zorginstanties om zowel moeders als aanstaande moeders te begeleiden in de hoop dat zij een ander beeld krijgen en het nut van borstvoeding meer gaan inzien.

“Het is de taak van de gezondheidszorg om een verandering in dit gedrag te brengen.” Daarnaast is het volgens Scholsberg ook van belang dat wanneer vrouwen aan gezinsplanning doen, ze tevens moeten plannen om borstvoeding aan hun baby te geven.

Minister Patrick Pengel van Volksgezondheid is ingenomen met de training die vandaag van start is gegaan. Tegen de achtergrond van de bijna 2000 baby’s die jaarlijks alleen al het daglicht zien in het Diakonessenhuis verwelkomt hij de training van harte.  “We ondersteunen borstvoeding en we proberen alle initiatieven die ermee te maken hebben te ondersteunen om op zo een manier een bijdrage te leveren aan een gezonde generatie”, zei hij.

Griselda Vliet-van der Leeuw, subhoofd van de verloskamer in het Diakonessenhuis, is van mening dat de moeders veel meer informatie moeten krijgen over borstvoeding. Dit kan maken dat ze gemotiveerd worden om borstvoeding te geven aan hun kindje: “De papfles zou er eigenlijk alleen aan te pas moeten komen wanneer het kindje in de couveuse ligt of te vroeg geboren is”, vindt zij.

-door Ivan Summerville-

More
articles