De Surinamer betaalt nu niet alleen meer aan de pomp voor gasoline en diesel dan de regio, maar ook meer dan burgers van het gros van de geïndustrialiseerde landen. Dit blijkt uit een analyse die woensdag jongstleden is gepubliceerd op het Trinidadiaanse medium ‘Newsday’. De Trinidadianen, die steen en been klagen over een recente verhoging aan de pompprijs, betalen voor een liter premium gasoline US$ 0,91, terwijl voor Suriname een vergelijkende prijs is geregistreerd van US$ 1,29 per liter. De Surinaamse benzineprijs is veel hoger dan die van de Verenigde Staten van Amerika (US$ 0,66), Canada (US$ 0,89) en Australië (US$ 0,93). Westerse landen die een hogere benzineprijs hanteren, zijn het Verenigd Koninkrijk (US$ 1,67) en Duitsland (US$1,50). In de Caribische regio staat Suriname nog altijd boven dure landen als Jamaica (US$ 1,04) en Grenada (US$ 1,20), maar wel onder uitschieter Barbados (US$1,59). Het is extremer gesteld met de hoogte van de dieselprijs in Suriname. Een liter diesel kost op Trinidad US$ 0,24, in Suriname gaat het om een recordtarief van US$ 1,34 per liter. De Amerikanen betalen US$ 0,67 per liter, de Canadezen US$ 0,80 en de Britten US$ 1,71 per liter. In de regio staat Suriname boven toppers als Barbados (US$ 1,17 per liter), Grenada (US$ 1,15), Guyana (US$ 1,07) en Saint Vincent and the Grenadines (US$ 0,89). De oorzaak van de hoge notering van Suriname moet gezocht worden in de hoge government take, die volgens geruchten ook al geruisloos was verhoogd in de afgelopen periode. In de gehele wereld zijn de prijzen aan de pomp juist drastisch gedaald sinds de keldering van de wereldmarktprijs voor ruwe olie zich doorzette van US$ 100 naar onder de US$ 40 per vat. Alleen in Suriname is de pompprijs in omgekeerde richting geschoten. De bestuurder van een motorrijtuig betaalt op elke liter brandstof aan de pomp SRD 2 voor de government take, SRD 0,20 gaat naar de oliemaatschappijen en SRD 0,12 naar de pomphouders. Uit recente importstatistieken kan overigens worden vastgesteld, dat met het rigoureus verhogen van de pompprijs, de overheid zich mogelijk voorbarig rijk heeft gerekend. De laatste jaren is er namelijk structureel aanzienlijk minder verdiend aan de import van brandstoffen. Er is in het eerste kwartaal van 2015 circa US$ 29,2 miljoen minder aan brandstoffen geïmporteerd dan in dezelfde periode van 2014. Het brandstofimportvolume vertegenwoordigde in het eerste kwart van dit jaar een waarde van US$ 88,9 miljoen, hetgeen veel minder is in vergelijking met die van hetzelfde tijdsvak van 2014 en 2013, namelijk respectievelijk US$ 118 en US$ 143 miljoen.