Het aangekondigde einde van de éénkindpolitiek in China maakt voorlopig nog geen einde aan de grote maatschappelijke en economische problemen van dit beleid. Het dreigende tekort aan jonge mensen op de arbeidsmarkt, een dreigend tekort aan inkomsten om pensioenen in de toekomst te kunnen betalen, een groot overschot aan alleenstaande mannen en een generatie kinderen die volgens sommige onderzoekers vooral als verwende keizertjes in het leven staan, zijn de gevolgen van de éénkindpolitiek.
De omstreden politiek werd in 1979 ingevoerd door de regerende communistische partij om de bevolkingsgroei af te remmen. Een tweede kindje krijgen was strafbaar met boetes en zelfs celstraf.
Het leidde in de decennia daarop tot een hausse aan (selectieve en gedwongen) abortussen, sterilisaties en (verboden) echo’s om het geslacht van het ongeboren kind te bepalen. Miljoenen kinderen zijn ook illegaal geboren en zij leven nu zonder papieren en rechten. De traditionele voorkeur voor jongens maakte bovendien dat het aantal meisjes-vondelingen explodeerde. China heeft intussen een leger aan mannen dat niet aan de vrouw kan komen, met alle psychologische en sociale gevolgen van dien. De traditionele zorg en ondersteuning van de kinderen voor hun ouders legt ook een steeds grotere druk op een steeds kleinere groep.
Uitzonderingen
De politiek kende al uitzonderingen, bijvoorbeeld voor Chinezen die niet tot de grootste etnische groep Han behoort. Boeren op het platteland mochten al een tweede kind krijgen als de eerste een meisje was. In 2013 werd verder bepaald dat gezinnen twee kinderen mochten hebben als een ouder een enig kind is.
Intussen daalt de beroepsbevolking en vergrijst de bevolking in rap tempo. Chinezen worden ook steeds ouder en ze zijn gezonder. Pensioenlasten en zorgkosten lopen enorm op, zonder dat de werkende bevolking dat allemaal kan financieren. Niet voor niets steekt China enorm veel in de verhoging van de arbeidsproductiviteit om zo met minder mensen meer te verdienen om de maatschappij overeind te houden.
Over de cijfers lopen de schattingen uiteen, maar de éénkindpolitiek heeft ervoor gezorgd dat er honderden miljoenen Chineesjes minder zijn geboren in de afgelopen decennia. China heeft ervoor kunnen zorgen dat de welvaart van de Chinezen intussen wel toenam. Voor de machthebbers staat echter nu ook vast dat deze positieve ontwikkeling niet langer opweegt tegen de nadelen: de dreigende ondermijning van de opmars van China als economische wereldmacht.