Op de Internationale Dag voor de Uitbanning van Armoede, vandaag 17 oktober, staat Suriname met een percentage van 70 mondiaal bezien op de negende plaats als in beschouwing wordt genomen het aantal burgers dat onder de armoedegrens leeft. Dit wordt vastgesteld op de website http://www.presscave.com/top-poorest-countries-in-the-world/, die de studie onder meer op basis van indicatoren van het United Nations Program for Development (UNDP) heeft verricht. De wereldtop wordt aangevoerd door Zambia (86%), Gaza Strip (81%) en Zimbabwe (80%). Als noot bij onze rangschikking wordt vermeld dat de meeste van onze economische problemen liggen in de afhankelijkheid van de buitenlandse afzet van aluinaarde: ‘The country is facing pollution of inland waterways by small scale mining activities. It is one of the poorest countries as the poverty ratio is up to 70%’, wordt voorts als opmerkelijk en erg arbitrair commentaar gegeven. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Kimoon, heeft in verband met de Internationale Dag voor de Uitbanning van Armoede een verklaring opgesteld. Het thema van dit jaar is ‘Building a sustainable future: Coming together to end poverty and discrimination’, waarbij gewezen wordt op de noodzaak om meer aandacht te besteden aan de uitgesloten en gemarginaliseerde leden van de menselijke familie. Aangespoord door de wereldwijde mobilisatie achter de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, heeft de wereld opmerkelijke vooruitgang geboekt bij het terugdringen van extreme armoede. In de afgelopen 25 jaar zijn meer dan een miljard mensen boven de armoedegrens gekomen. Toch zijn deze mijlpalen nog niet voor iedereen werkelijkheid geworden. Meer dan 900 miljoen mensen leven nog steeds in extreme armoede en nog veel meer verkeren in gevaarlijke omstandigheden. Klimaatsverandering, gewelddadige conflicten en andere rampen dreigen veel van de positieve resultaten ongedaan te maken. Bij het vaststellen van de 2030 Agenda, hebben wereldleiders zich aan een tijdschema gecommitteerd om over de gehele wereld armoede in al haar vormen te verbannen. Dit houdt in dat ook de bestrijding van openlijke discriminatie van minderheden, migranten en anderen – evenals de verwaarlozing van benadeelden, met name kinderen -, ter hand moet worden genomen.