Staatsschuld zwelt met SRD 400 miljoen tot SRD 6,9 miljard

De totale staatsschuld is eind augustus met SRD 373 miljoen aangezwollen tot circa SRD 6,9 miljard. De forse vermeerdering van de overheidsschuld is hoofdzakelijk te wijten aan een nieuwe tendens in de laatste maanden, namelijk een fikse verdere stijging van overheidskrediet bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS) tot inmiddels SRD 1,5 miljard. Blijkens vandaag vrijgekomen informatie van het Bureau voor de Staatsschuld, is de overheidsschuld aan de algemene banken en de overheidsschuld aan de rest van de particuliere sector  ten opzichte van een maand eerder, per ultimo augustus gedaald met respectievelijk SRD 107 miljoen en SRD 1,3 miljoen, echter bevredigt de Staat haar leendrang nu bij de moederbank. Bedroeg de CBvS-schuld van de overheid in juni nog SRD 805 miljoen, in juli en augustus steeg deze schuld naar respectievelijk SRD 984 miljoen en SRD 1469 miljoen. De laatste bijgestelde statistieken tonen voorts aan dat de totale staatsschuldratio is gestegen van 37,7% naar 39,9% van het bruto binnenlands product (bbp). Voorts komt naar voren, dat de binnenlandse schuld met SRD 376 miljoen is vermeerderd, terwijl de buitenlandse overheidsschuld is verminderd met SRD 2,9 miljoen.  Volgens de Wet op de Staatschuld, bedroeg de totale binnenlandse schuld bij het laatste meetmoment SRD 3017 miljoen, terwijl die ultimo juli en eind juni nog respectievelijk 2641 miljoen en SRD 2459 miljoen bedroeg.

Voor wat betreft de totale buitenlandse staatsschuld, ging het om een minieme daling van SRD 3846 miljoen in juli naar SRD 3844 miljoen in augustus. Als het verloop van de totale staatsschuld in beschouwing wordt genomen, is het evident dat de aangekondigde saneringsmaatregelen geen effect als zodanig hebben gesorteerd. Per eind juli vond er een vermeerdering van de overheidsschuld plaats met SRD 180 miljoen en in augustus met SRD 373 miljoen. De voormalige president van de Centrale Bank van Aruba, Anthony Caram, sprak in een eerder vraaggesprek met De West zijn bezorgdheid uit over de staatsschuld. Hij waarschuwde dat vooral naar de terugbetalingscapaciteit van de overheid moet worden gekeken en niet naar de juridische ruimte. De hoogte van een staatsschuld zou volgens Caram moeten afhangen van de kracht van de economie, waarbij aan de hand van de ruggengraat, de capaciteit en de prestaties van de bevolking, wordt bepaald hoe groot de optimale schuld mag zijn. Hij acht het van belang om niet uit consumptieve overwegingen te lenen of krediet aan te vragen voor projecten die geringe opbrengsten zullen genereren. Lenen om schulden af te lossen, is helemaal uit den boze.

More
articles