Nationaal beleidsplan noodzakelijk tegen sluimerend hantavirus

Het is van eminent belang dat er een nationaal beleidsplan komt tegen het sluimerend hantavirus, dat reeds meerdere slachtoffers heeft gemaakt in Suriname. Sinds 2008 is dit virus aantoonbaar aanwezig in Suriname. Het hantavirus is een RNA-virus dat door knaagdieren, met name ratten, wordt overgedragen op de mens. Een hantavirusinfectie kan een ernstige pathologie met nier – en hartfalen veroorzaken. Het is sterk aan te bevelen dat er een plan van aanpak komt voor betrokken instanties en de samenleving. Het beleidsplan moet zich er op richten ongedierte, zoals ratten en muizen, zo efficiënt mogelijk te bestrijden ter voorkoming van overdracht en verspreiding van virale infectieziekten die voor de volksgezonheid nadelige gevolgen kunnen hebben. Dit kwam gisteravond naar voren tijdens de afstudeerpresentatie van Shalinie Baldi en Farisha  Kariem van de studierichting Hoger Laboratorium Onderwijs, specialisatie Medisch, van het Polytechnic College Suriname (PTC). Tijdens het afstudeerproject ‘Het in kaart brengen van de situatie omtrent het hantavirus in Suriname als bijdrage tot het opzetten van een nationaal beleidsplan’, hebben de twee PTC’ers laboratoriumonderzoek verricht, gebruikmakend van dengue-negatieve samples van de periode 2012-2014.

Gisteravond hebben Shalinie Baldi en Farisha  Kariem van de studierichting Hoger Laboratorium Onderwijs, specialisatie Medisch, hun afstudeerproject ‘Het in kaart brengen van de situatie omtrent het hantavirus in Suriname als bijdrage tot het opzetten van een nationaal beleidsplan’, verdedigd.
Gisteravond hebben Shalinie Baldi en Farisha Kariem van de studierichting Hoger Laboratorium Onderwijs, specialisatie Medisch, hun afstudeerproject ‘Het in kaart brengen van de situatie omtrent het hantavirus in Suriname als bijdrage tot het opzetten van een nationaal beleidsplan’, verdedigd.

“Vanwege de overeenkomstige symptomen van een denguevirusinfectie en een hantavirusinfectie, zijn de dengue-negatieve samples getest op het hantavirus”, verduidelijkte Baldi. Er zijn in totaal 115 patiëntenmaterialen geanalyseerd volgens de zogeheten ELISA-methode, waaruit 19 positief zijn bevonden voor hantavirus. Data van deze 19 positieve gevallen zijn bestudeerd en er is ook een enquête uitgevoerd onder deze patiënten. Uit de data-analyse is er eerst een daling en vervolgens een lichte stijging geconstateerd tussen 2012 en 2014. Er is overigens eerder een vooronderzoek verricht door dr. Marco Goeijenbier en ir. Georgina Aron van de afdeling Virologie van het Erasmus Medisch Centrum. In januari 2014 is het Bureau Openbare Gezondheidszorg (BOG) namelijk een samenwerking met deze afdeling aangegaan, voor het aantonen van ongedifferentieerde virale infecties, waaronder het hantavirus. Hiervoor zijn dengue negatieve samples van de periode 2008-2011 van het Centraal Laboratorium gebruikt.

Tijdens de afstudeerpresentatie van Baldi en Kariem werd geaccentueerd dat het noodzakelijk is dat er een grondige aanpak komt om ongedierte uit te roeien en dat de afdeling Milieu-Inspectie van het BOG zich sterk zou moeten richten op: voorlichting, klachtenregistratie, controle van eetgelegenheden en het bewust maken van de huishoudens. Er zouden tevens maatregelen tegen onverantwoorde perceeleigenaren moeten worden getroffen, sancties moeten worden opgelegd en tijdig onderhoud moeten plaatsvinden van open rioleringen en afwateringssystemen door het ministerie van Openbare Werken.

More
articles