Parlementariër Asiskumar Gajadien (VHP) heef gisteren door tussenkomst van de voorzitter van De Nationale Assemblee, Jennifer Geerlings-Simons, een brief gericht aan president Desiré Bouterse waarin hij duidelijkheid vraagt over de bouw van de brug over de Surinamerivier, bij Carolina. Gajadien heeft onder meer bedenkingen over de prijs die door de overheid is betaald voor de constructie en waarom er geen openbare aanbesteding is gehouden voor de bouw van de toegangswegen naar de brug. De overheid ging een bouwovereenkomst aan van euro 27 miljoen, nadat er veel ruis was over een vraagprijs van euro 32 miljoen bij de eerste overeenkomst.
‘Heer President,
Ondergetekende, Gajadien Asis kumar, Lid van De Nationale Assemblée, benadert u hierbij krachtens artikel 86 van het Reglement van Orde, ter beantwoording van de hiernavolgende vragen;
Ondergetekende wenst,
In overweging nemende,
dat de Regering c.q. de Minister van Openbare Werken sedert medio 2011 aannemings-, opzeggings- en claims overeenkomsten heeft gesloten met het bedrijf Ballast Nedam Infra Suriname N.V. voor de bouw van een brug over de Surinamerivier nabij Carolina;
dat de Staat uiteindelijk honderdduizenden euro’s als schadeclaim(s) moest betalen aan dit bedrijf;
dat de Staat vervolgens een nieuw contract sloot met hetzelfde bedrijf ;
dat de eerste overeenkomst van bijkans 32 miljoen euro door u zelf werd getypeerd als duur en dat volgens uw zeggen in DNA een openbare internationale aanbesteding gehouden zou worden;
dat deze internationale openbare aanbesteding nimmer heeft plaatsgehad;
dat ondanks alle perikelen rond en om dit project voor de bouw van een brug over de Surinamerivier nabij Carolina, de Staat zonder opgave van valide redenen met hetzelfde bedrijf wederom een aannemingsovereenkomst is aangegaan die uiteindelijk een bedrag van ruim 27 miljoen euro’s heeft gekost;
dat deze brug over de Surinamerivier nabij Carolina, een klasse 60 brug met een lengte van 204 m en een breedte van 12,40 m kleiner is dan de brug over het Saramaccakanaal in het verlengde van de Indira Gandhiweg, die eveneens een klasse 60 brug is met een lengte van 225 m en een breedte van 14 m;
dat beide bruggen in dezelfde periode zijn gebouwd;
dat de brug over het Saramaccakanaal de Staat omgerekend minder dan 10 miljoen euro heeft gekost;
dat deze enorme prijsverschillen tussen beide bruggen grote vraagtekens oproepen;
de volgende vragen aan u voor te leggen:
Kan de President zo nauwkeurig mogelijk aangeven hoe de technische voorbereiding, de prijsvorming en de keuze van de aannemer m.b.t. de bouw van de zgn. Carolinabrug tot stand is gekomen?
Kan de President alle terzake dienende documenten m.b.t. de bouw van de zgn. Carolinabrug ter beschikking stellen van het parlement?
Kan de President aangeven waarom is afgeweken van de regel voor het houden van een openbare aanbesteding voor dit project van de bouw van de Carolinabrug?
Is de President het met ondergetekende eens dat hier sprake is van bewuste benadeling van de Staat als er een prijsvergelijking wordt gemaakt tussen de bouw van de brug over het Saramaccakanaal in het verlengde van de Indira Gandhiweg en de bouw van de zgn. Carolinabrug en waaruit blijkt dat de Carolinabrug meer dan 2 maal duurder is dan eerstgenoemde brug?
Kan de President aangeven waarom het ministerie van Openbare Werken apart onderhandeld heeft met de aannemer Haukes m.b.t. de aanleg van de toegangswegen t.b.v. de Carolinabrug en dit werk aan Haukes heeft gegund, terwijl er nog andere lokale aannemers zijn, die ook veel ervaring hebben m.b.t. wegenbouw?
Kan de President aangeven waarom voor de aanleg van deze toegangswegen geen openbare aanbesteding is gehouden?
Kan de President een CLAD-onderzoek laten instellen m.b.t. de bouw van de brug over de Surinamerivier nabij Carolina door Ballast Nedam Infra Suriname B.V.?’