Staatsschuld zwelt naar boven SRD 6,3 miljard

De totale staatsschuld is eind juni met tientallen miljoenen aangezwollen tot SRD 6,3 miljard. De forse vermeerdering van de overheidsschuld is hoofdzakelijk te wijten aan een nieuwe tendens in de laatste maanden, namelijk een fikse verdere stijging van overheidskrediet bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Blijkens deze week vrijgekomen informatie van het Bureau voor de Staatsschuld, is de overheidsschuld aan de algemene banken en de overheidsschuld aan de rest van de particuliere sector  ten opzichte van een maand eerder, per ultimo juni gedaald met respectievelijk SRD 12,7 miljoen en SRD 7,7 miljoen, echter bevredigt de Staat haar leendrang nu bij de moederbank.

Bedroeg de CBvS-schuld van de overheid in april nog SRD 631 miljoen, in mei en juni steeg deze schuld naar respectievelijk SRD 716 miljoen en SRD 805 miljoen. De laatste bijgestelde statistieken tonen voorts aan dat de totale staatsschuldratio is gestegen van 35,6% naar 36,0% van het bruto binnenlands product (bbp). Voorts komt naar voren, dat de binnenlandse schuld met SRD 68,1 miljoen is vermeerderd, terwijl de buitenlandse overheidsschuld is gestegen met SRD 3,5 miljoen. Volgens de Wet op de Staatschuld, bedroeg de totale binnenlandse schuld bij het laatste meetmoment SRD 2462 miljoen, terwijl die eind mei 2015 en ultimo april nog respectievelijk SRD 2394 miljoen en SRD 2333 miljoen bedroeg. Voor wat betreft de totale buitenlandse staatsschuld, ging het om een stijging van SRD 3835 miljoen in mei naar SRD 3838,5 miljoen in juni.

Als bij de binnenlandse overheidsschuld gekeken wordt naar het type crediteur, blijkt de overheidsschuld aan de CBvS zoals eerder aangegeven, fors te zijn gestegen, de schuld aan de algemene banken te zijn afgenomen van SRD 980 miljoen naar SRD 968 miljoen en de schuld aan de rest van de particuliere sector te zijn verminderd van SRD 408 miljoen naar SRD 400 miljoen.

In de eerder uitgekomen Financiële Nota 2015 van het ministerie van Financiën wordt verduidelijkt, dat de bruto buitenlandse schuldportefeuille van de overheid bestaat uit concessionele en semi-concessionele leningen en enkele creditlines. De buitenlandse leningen worden veelal gebruikt voor de financiering van overheidsprogramma’s en projecten. Een wezenlijk deel van de buitenlandse schuld wordt uitgemaakt door de buitenlandse bilaterale en multilaterale leningen. Voorname multilaterale crediteuren van de Staat zijn de Inter American Development Bank (IDB), de European Investment Bank (EIB), de Islamic Development Bank (IDB) en het OPEC Fund for International Development (OFID). Tot top bilaterale crediteuren behoren China, Frankrijk en India, verder is een belangrijke commerciële crediteur de ING Bank N.V.

More
articles