Import bauxiet te omslachtig voor behoud industrie

De optie om de aluinaarderaffinaderij van de Suriname Aluminum Company, L.L.C. (Suralco L.L.C.) te voorzien van bauxiet uit de regio is te omslachtig. Dit kwam naar voren in een gesprek dat De West had met Deryck Ferrier, algemeen directeur van het Centrum voor Econo-misch en Sociaalwetenschappelijk On-derzoek (CESWO). “Importeren van bauxiet, ik weet niet of het zo’n goed idee is”, reageert Ferrier op de suggestie om het erts in te voeren als de ontginning van bauxiet uit het Nassau Plateau niet of te laat op gang komt. De wetenschapper benadrukt dat Suriname moet gaan voor eigen erts uit Nassau en West-Suriname. Wat de laatste optie betreft, gaat zijn voorkeur voor bauxiettransport via een monorail. “Die axiomatische benadering dat het per boot moet, ik zeg: het moet per spoor”, meent hij. Het moet volgens hem dan wel om een monorail gaan, het prijskaartje schat hij in de orde van US$ 300 miljoen. De monorail zal overigens geen spoorweg behoeven, maar staanop statieven. Het gaat om een ecologisch volkomen verantwoord project, daarenboven kunnen de frames van gespannen beton in Suriname worden gemaakt. De monorail zal met electriciteit moeten worden gevoed, bestudeerd moet dan ook worden om West-Suriname te ontwikkelen met Afobaka en Tapajai en daarvoor een groot energieprogramma te maken. Er zijn ook geluiden voor het opzetten van een steenkolencentrale als energieoplossing voor Suralco, maar dit raadt Ferrier ten zeerste af.

Met betrekking tot de import van regionale bauxiet, vertelt Ferrier dat het bauxiet uit Guyana vanwege de kwaliteit nergens echt gewild is, voor Suriname zal deze optie uiteindelijk prohibitief gewoonweg te duur zijn. Een andere mogelijkheid is bauxiet uit San Luis, Brazilië, maar qua transport zit je dan met een enorme omweg. In het verleden is bauxiet uit Haitï ingevoerd, maar Ferrier weet dat die bauxiet van slechte kwaliteit is. “Ook Venezuela heeft wat, maar hun industrie staat stil”, analyseert hij verder. Ferrier benadrukt, dat overname en het in bedrijf houden van het bauxietbedrijf gepaard zal gaan met een gigantische investering die de regering liever niet zelf moet opbrengen. De Surinaamse wetenschapper vult in dit verband aan, dat ook de overheden van Nederland en Engeland hun lokale staalindustrie hebben overgelaten aan buitenlandse multinationals. Voor de financiering zal naar ‘third parties’ met contribuerende capaciteiten moeten worden gezocht. Ferrier is tevens een grote voorstander van het uitbaggeren van de Surinamerivier. “Je moet een baggerpartner vinden, een spoorwegpartner en een energiepartner en de overheid moet geen geld in deze zaken steken. De overheid moet haar geld halen uit de netto-opbrengsten en ook niet gaan bemoeien in het management. Het is veel te gecompliceerd”, aldus Ferrier.

More
articles