De hulp die geboden wordt aan de directe slachtoffers van de rukwinden, verloopt vlot en volgens planning. Tot deze conclusie komt minister Rabin Parmessar van Openbare Werken. Gisteren had het ministerie een evaluatieonderhoud met het Nationaal Coördinatie Centrum Rampenbeheersing (NCCR), Volksgezondheid en de Bestuursdienst. Tijdens dit onderhoud is een tussentijdse evaluatie gegeven door alle drie instanties. Dit laat het ministerie weten middels een persbericht.
Tot op heden zijn 102 getroffenen geregistreerd, afgezien van het scholencomplex. Al deze getroffenen zijn intussen bereikt. Van dit aantal is van reeds 52 huishoudens een inventarisatie gemaakt over de schade per zondag jl. en van de andere 50 wordt binnen 24 uur de schaderapporten afgewerkt. Na deze begroting en met de begroting van de scholen zal een beeld van de totale schade verkegen kunnen worden. Voor het NCCR is het belangrijk een zo goed mogelijke schatting te hebben van wat de totale schade is. Voor minister Parmessar is het ook belangrijk om te weten hoeveel hulp geboden is vanuit de overheid en de samenleving.
Via enkele initiatieven zijn een aantal donaties, waaronder zinkplaten, houtmateriaal en voedselpakketten gedoneerd, die reeds aan de mensen zijn verstrekt. “Wij focussen ons nu op hoeveel huizen geholpen zijn met zinkplaten en hout, op dit moment gaat het om ongeveer 15 huizen die reeds zinkplaten hebben ontvangen of andere materiële steun”, Laat Jerry Slijngaard van het NCCR weten. Voor wat betreft voedselpakketten, zijn er tot op dit moment 61 verstrekt op Zorg en Hoop en deze week worden er nog 15 verstrekt, die gedoneerd zijn door een thuiszorg organisatie. Samen met de Bestuursdienst heeft het NCCR 262 dekzeilen verstrekt aan huishoudens en scholen.
Meteen na de ramp is de overheid met een tegemoetkoming gekomen waardoor getroffenen tot een maximumbedrag van SRD 15.000 kunnen lenen bij de Surinaamse Postspaarbank. Tot maandagochtend zijn veertien aanvragen binnengekomen voor deze lening, waarvan alle veertien zijn verstrekt. “De verwachting is dat er meer aanvragen zullen binnenkomen, het animo is groot. Dit is een teken dat de mensen blij zijn dat zij een mogelijkheid hebben om alles in orde te krijgen”, zegt Slijngaard.
Na de ramp heeft de Spoedeisende Hulp (SEH) drie slachtoffers binnen gehad met verwondingen en een mevrouw is ter observatie opgenomen in het ziekenhuis.
Op zondag bracht minister Parmessar een oriëntatiebezoek aan het Miranda Lyceum. “In totaal gaat het om vijf scholen, waarvan zeven panden die aangepakt moeten worden. De werkzaamheden verlopen goed. Er is gezorgd voor een goede alternatieve opvang, zodat het onderwijsproces niet verstoord raakt en de aanpak in één keer door kan gaan. Begin augustus zal naar verwachting alles af zijn”, aldus Parmessar.