“Wij zijn in een precaire financiële situatie”, heeft de President gezegd. De vraag die wij dan meteen stellen, is hoe gaan wij verder en hoe komen wij hieruit? Welk beleidsprogramma zal de Regering aan ons presenteren en hoe zal dit programma op een effectieve en efficiënte wijze worden uitgevoerd? Dit zijn geen vragen waarop direct een eenduidig antwoord kan worden gegeven.
Een goed begin is het halve werk, luidt een bekend gezegde. Het is dan ook zeer toe te juichen dat de President direct na de uitslag van de verkiezingen begonnen is met zijn consultatieronde en hierbij hearings heeft gehouden met de verschillende politieke partijen, werkgevers- en werknemersorganisaties, en andere maatschappelijke groepen, om hun inzichten te vernemen en deze verder te verwerken in het op te stellen regeringsprogramma, en zo een zo groot mogelijk draagvlak te krijgen.
Er zijn door de diverse partijen veel belangrijke issues naar voren gebracht, waarop wij hier niet verder zullen ingaan, anders vallen wij in herhaling. Wel willen wij proberen een bescheiden bijdrage te leveren, om een discussie op gang te brengen, voor een voorgestelde richting, die we zullen moeten opgaan..
Van verschillende kanten is sterk benadrukt om te bezuinigen en nogmaals te bezuinigen, de uitgaven aan te passen aan de inkomsten en geen grootschalige projecten uit te voeren, maar deze uit te stellen. Verder willen wij de lezers verwijzen naar het artikel van Mr. R. Makka getiteld ‘Financieeel overleven zonder devaluatie is prioriteit’, verschenen in Starnieuws op 2 juli, waarmee wij het volledig eens zijn. Het is met betrekking tot de grootschalige projecten, dat wij onze visie willen presenteren.
Wij zijn de mening toegedaan dat nu het juiste moment is aangebroken om de economie een geweldige boost te geven, waardoor op korte, middellange en lange termijn een economische groei zal worden bewerkstelligd met als resutaat een welvaartsstijging voor de totale bevolking (dit betekent dat een van de belangrijkste doelstellingen van de Regering om de armoede uit te bannen ook verwezenlijkt wordt), door het uitvoeren van een aantal grootschalige projecten die aan de volgende vier criteria dienen te voldoen:
1. Deze projecten mogen geen beroep doen op overheidsfinanciën.
2. Deze projecten moeten winstgevend zijn en ook beantwoorden aan de gestelde rendementseisen van de financiers.
3. Deze projecten moeten de basis leggen voor de duurzame economische ontwikkeling in de diverse sectoren.
4. Deze projecten moeten niet alleen deviezenbesparingen opleveren, maar meer nog, ook deviezeninkomsten genereren.
Welnu, welke projecten voldoen concreet aan de vier gestelde criteria?
Wij denken met name aan twee grote energieprojecten:
1. Coal-Fired Steam & Power Generation Project 200-300 MW (kolencentrale) op Paranam.
2. Kabalebo Hydro Power Project 500 MW, met de bijbehorende infrastructurele werken, waaronder de aanleg van een wegverbinding tussen Nickerie en de centrale en de bouw van een hoogspanningtransmissienet vanaf de centrale naar Nickerie, Paramaribo tot Albina.
Deze twee projecten zullen volgens het BOOT (Build, Own, Operate and Transfer ) -model uitgevoerd moeten worden. De totale financiering van deze projecten komt uit het buitenland en na een periode van bijvoorbeeld 30 jaar worden deze projecten voor een symbolisch bedrag van SRD 1 aan de Surinaamse overheid overgedragen.
Welke voordelen leveren deze projecten op?
Voordelen van de kolencentrale:
1. Onder auspiciën van de VSB heeft de heer E. Jaeger, lid van de adviesgroep ten behoeve van het presidentiële onderhandelingsteam met Suralco, op vrijdag 26 juni een power point presentatie verzorgd, getiteld: ‘De toekomst van de bauxietindustrie in Suriname’. De conclusie is dat de bauxiet- en aluinaarde-industrie behouden moeten worden, vanwege de enorme spin-off effecten die deze sector teweeg brengt. Uit de presentatie blijkt ook dat er twee knelpunten moeten worden opgelost, namelijk de energiekosten en de beschikbare bauxietreserves. Wil Suralco blijven voortbestaan en dus ook de toekomst van de bauxietindustrie, dan zal zij de produktiekosten per ton aluinaarde moeten terugbrengen naar USD 250. Dit is alleen mogelijk wanneer het energiecomponent van de kostprijs per ton aluinaarde USD 5 per gigajoule bedraagt. Een nieuwe kolencentrale op Paranam kan garanderen dat deze priis van USD 5 per gigajoule op lange termijn op dit niveau blijft, in tegensteling tot HFO waarvan de prijs niet alleen veel hoger is, maar op termijn ook nog een stijgende trend vertoont. Verder is ook gesteld dat de verliessituatie van het aluinaardebedrijf wordt gecompenseerd door de inkomsten uit de levering van energie uit de Afobakka centrale. Het is de bedoeling dat na de overdracht van de Suralco operations er drie entiteiten zullen worden opgezet, namelijk voor het mijnbedrijf, het aluinaardebedrijf en de waterkrachtcentrale en dat elk van deze entiteiten winstgevend zal moeten zijn. De noodzaak om de kolencentrale op te zetten is dus evident.
2. Levering van energie aan de EBS tegen lage kosten waardoor de jaarlijkse subsidie van circa USD 100 miljoen, komt te vervallen.
3. Vanwege de grote capaciteit van de kolencentrale kunnen bepaalde op HFO gebaseerde opwekkingseenheden als back-up capaciteit gebruikt worden en de daarbij niet gebruikte HFO kan geëxporteerd worden, ingeval Staatsolie voldoende produktiecapaciteit heeft.
Voordelen van de Kabalebo waterkrachtcentrale:
1. Meer deviezenopbrengst van circa USD 27 miljard (gebaseerd op USD 60 per barrel over de periode 2020-2030 en de vraagprognose uit het Kema rapport 2008) voor de overheid, door export van niet gebruikte HFO.
2. Het liquiditeitsprobleem van EBS wordt opgelost.
3. Geen subsidie meer van de Overheid aan de EBS, hetgeen betekent dat meer middelen beschikbaar komen voor het overheidsbudget.
4. Het waarborgen van voldoende, betrouwbare energie tegen een betaalbare prijs op lange termijn. Hiermede zal de verdere ontwikkeling van de industriële activiteiten in diverse sectoren gestimuleerd worden met als gevolg een toename van de werkgelegenheid en de algemene bedrijvigheid.
5. Geen CO²-uitstoot, carbon credits kunnen verkregen worden.
6. Opheffing van het tekort aan bevloeiingswater voor de rijstarealen in Nickerie.
7. Ontsluiting van land voor nieuwe productiegebieden.
8. Export van energie naar Frans-Guyana (deviezeninkomsten).
Drs. Johan Tjang-A-Sjin, Bedrijfsconoom