Vandaag werd in De Nationale Assemblee de vergadering belegd waarbij de nieuw gekozen leden van het parlement werden beëdigd. Paul Somohardjo werd vandaag nadat hij op 26 juni als oudste lid van het parlement beëdigd werd door president Desiré Bouterse, vandaag voor de tweede keer beëdigd. Dit werd gedaan door het oudste lid van het parlement, Ronald Hooghart die op zondag 28 juni jongstleden beëdigd werd door het staatshoofd nadat Somohardjo ontheven werd uit zijn functie als DNA-voorzitter.
Paul Somohardjo vertelde kort nadat hij voor de tweede keer beëdigd was, dat hij zich terug had getrokken als fungerend voorzitter van DNA. Dit heeft hij middels een brief kenbaar gemaakt aan de andere leden van het parlement. Hij citeert een deel van de brief: “Aangezien het volksbelang mij echter heilig is, doe ik bij deze in het belang van de waarachtige beleving van de politieke democratie, afstand van de functie van fungerend voorzitter van De Nationale Assemblee, met dien verstande dat het functioneren van de heer Hooghart, zijnde het op een na oudste lid, zijn grondslag niet vindt in de stelling van de president, alsof zou ik op grond van artikel 66 van de Grondwet verhinderd zijn, maar door het voorzien in zijn fungeren door De Nationale Assemblee zelf”.
De politicus zegt dat hij een brief kreeg van het staatshoofd, maar volgens hem is daar niet in aangegeven dat hij is ontheven of dat hij ontslagen wordt als de voorzitter van de DNA. In de brief werd opgenomen: “In verband met uw geconstateerde verhindering dan wel ontstentenis zal ik conform artikel 66 van de Grondwet daarom van het volgend oudste lid in jaren, die heeft aangegeven op 30 juni 2015 wel beschikbaar te zijn om de vergadering te leiden, de eed afnemen teneinde de vergadering op 30 juni 2015 voortgang te doen vinden.” Somohardjo blijft middels deze woorden erbij dat hij niet werd ontslagen.
Op de vraag wat hij ervan vond dat hij vandaag weer beëdigd is geworden als parlementariër, zegt hij dat deze handeling van de heer Hooghart tegen de wet in is. Somohardjo zegt dat hij zich weer heeft laten beëdigen, omdat hij niet moeilijk wil doen, en wil dat de zaken normaal verlopen, vandaar dat hij niet tegen wil werken. “Al zou ik tien keer beëdigd moeten worden, dan vind ik het niet erg.”
Hooghart gaf aan dat men zich niet druk hoeft te maken over Somohardjo. “Somo na mi mati. Mi beng wan beëdig eng baka. In geval Somohardjo vindt dat ik tegen de wet ben ingegaan, is hij ook tegen de wet ingegaan daar hij zich heeft laten beëdigen. We zijn niet tegen de wet, maar je kunt op een gegeven moment er tegenaan stoten. Er is geen vuiltje aan de lucht.”
Somohardjo gaf voorts aan dat hij en zijn structuren bezig zijn om te kijken als ze daadwerkelijk een rechtszaak aanhangig moeten maken tegen het feit dat de PL-parlementariërs Chitan en Sapoen toch beëdigd zijn geworden. “We zijn bezig en volgens de Terugroepwet is het zo dat ze geen parlementariërs meer zijn, ondanks dat zijn ze beëdigd, dus we kijken hoe het recht verder zal zegevieren in deze kwestie. Voor nu is het bekend dat het onrechtmatig is dat ze toch beëdigd zijn.”