Saramacca herdenkt 170 jaar vestiging Hollandse boeren

Vandaag is het precies 170 jaar geleden dat de eerste Nederlandse kolonisten voet aan wal zetten te Voorzorg in het district Saramacca. Op het monumentenplein van Groningen, waar ter herdenking van deze historische gebeurtenis een monument van de Hollandse boeren staat, zijn kransen gelegd. Eerder had de Stiching Sranan Boeroe dit monument van een verflaag voorzien. De stichting heeft voor vandaag een ieder uitgenodigd om met de boeroes in Groningen dit historisch moment te herdenken. Ondanks het feit dat er weinig terecht is gekomen van de beloften die aan hun voorouders gedaan zijn en het feit dat 184 nieuwe Surinamers in de eerste zes maanden door een epidemie om het leven kwamen, hebben de boeroes kunnen overleven en zijn net als alle andere landgenoten rasechte Surinamers die er trots op zijn in dit land te wonen. Naast de kranslegging en enkele toespraken stond een mini-tentoonstelling gepland met onder andere authentieke 19e eeuwse (Gelderse) klederdracht. Ook stonden er kinderspelen en een speelkussen voor de kleintjes op het programma en was er uiteraard volop eten en drinken te verkrijgen. In de jaren ‘40 van de 19e eeuw werd het in Suriname duidelijk dat de afschaffing van de slavernij slechts een kwestie van tijd zou zijn. Er zouden dan anderen nodig zijn om in Suriname de landbouwgronden te bewerken. Drie Nederlandse dominees kwamen op het idee om arme boerengezinnen uit de streken de Betuwe en de Veluwe (Gelderland) als kolonisten naar Suriname te halen. In 1841 dienden zij bij koning Willem II een plan hiervoor in. De Nederlandse regering ging hiermee akkoord en na een mislukte verkenningsmissie in 1843 (waarna Betting afhaakte omdat hij het project niet haalbaar achtte) kwamen in 1845 de eerste 200 kolonisten aan in Suriname. Op 20 juni 1845 kwamen de eerste 202 personen aan in Suriname om vervolgens door te reizen over de rivier Saramacca naar de plantage Voorzorg, een voormalige leprakolonie waar de te bewerken gronden zouden liggen. De jaren daarna trokken de boeren in kleine groepjes verder, met name in de richting van Paramaribo, en men vestigde zich in dorpjes als Kwatta en Uitvlugt.

More
articles