Slechts 55,5% van de Surinaamse bevolking voldoet aan het door de World Health Organization (WHO) aanbevolen niveau van de mate waarin een mens fysiek actief zou moeten zijn. Dit blijkt uit de vorige maand gepubliceerde onderzoeksresultaten van de studie ‘Self-reported physical activity behavior of a multi-ethnic adult population within the urban and rural setting in Suriname’ in ‘BioMed Central’. De studie toont aan dat er een significant verschil is tussen mannen en vrouwen en ook tussen bewoners uit de rurale en de urbane gebieden. De wetenschappers hebben voorts vastgesteld dat de Fysieke Activiteit (FA) van de proefpersonen afnam met het toenemen van de leeftijd en dat het laagste percentage van FA wordt waargenomen onder de Javaanse bevolking. Bij deze landelijke studie is een passende vergelijking gemaakt tussen de woongebieden, geslacht, leeftijdscategorieën en etnische groepen. Het verkregen resultaat kan worden gebruikt om groepen en/of regio’s te identificeren binnen de Surinaamse bevolking, die meer aandacht behoeven. Tevens kunnen FA-interventieprogramma’s op maat gemaakt worden, als onderdeel van een strategie om de lasten van niet-overdraagbare ziekten te reduceren. Met een percentage van 61,6 had de Creoolse bevolking ten opzichte van de andere etnische groepen het hoogste percentage, dat voldeed aan het aanbevolen FA-niveau, terwijl het laagste percentage werd genoteerd bij de Javaanse bevolking. Vermeldenswaard is voorts, dat het laagste percentage van proefpersonen die het FA-niveau haalden, werd aangetroffen in de groep zonder huishoudelijk inkomen en geen formele opleiding. De zogeheten World Health Organization (WHO) STEPwise approach to chronic disease risk factor surveillance (STEPS), werd uitgevoerd door middel van een landelijke representatieve steekproef onder 5.751 respondenten ( 48,6% mannen en 51,4% vrouwen) in de leeftijdscategorie 15-64 jaar in de periode maart tot september 2013. De FA- gegevens werden beoordeeld met behulp van het Global physical activity questionnaire (GPAQ) en volgens de GPAQ-richtlijnen geanalyseerd. De prevalentie van het voldoen aan de aanbevolen FA-niveau en de prevalentieratio’s werden daarbij berekend. Slechts 55,7% van de urbane bewoners in de kustvlakte, 57,9% van de bewoners van kustvlakte en 49,1% van de bewoners van het binnenland, haalden de WHO-richtlijnen.