De sociale paragraaf in het beleidsplan dat de regering Bouterse momenteel tot uitvoering brengt, is in de huidige vorm absoluut onhoudbaar. Dit werd gisteravond bevestigd door alle drie de deelnemers aan het economisch debat van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES).
Harish Monorath (Alternatieve Combinatie, AC) betoogde, dat zijn politieke alliantie van oordeel is, dat het op dezelfde wijze implementeren van de sociale paragraaf onverdedigbaar is, omdat er teveel geld wordt gepompt in niet-duurzame activiteiten. Het project Naschoolse Opvang bijvoorbeeld, kost de Staat SRD 90 miljoen per jaar, echter is er geen noemenswaardige output. “Dus is het een niet-duurzame investering die on the long run niet terug te vinden is in het ontwikkelingsplan van Suriname”, meende de AC-vertegenwoordiger, die er aan toevoegde dat in dit kader ook moet worden gekeken naar het aspect dat studenten die afstuderen, vaak geen baan kunnen vinden. Hij pleitte in ieder geval voor een sterke reorganisatie van het geheel.
Stanley Raghoebarsing (V7) was eveneens van mening, dat voor wat betreft het Sociaal Zekerheidsstelsel, de pensioenregeling en de algemene ziektekostenverzekering niet houdbaar zijn op termijn, met name omdat ze slecht voorbereid zijn. “We gaan ze uitvoeren, maar herzien”, verzekerde de debater namens V7. Hij toonde zich een voorstander van het zorg dragen voor goede randvoorwaarden en stelde dat slechts een sterke economie de middelen verschaft om een sociale paragraaf adequaat uit te voeren.

Naar zijn zeggen is het van belang de koppeling tussen de economie en de sociale paragraaf continu goed in de gaten te houden. “Ziekenhuizen hebben geen geld, SWM is failliet, EBS is failliet”, waarschuwde Raghoebarsing voorts in zijn schets van de economische achtergrond waartegen de sociale paragraaf momenteel wordt uitgevoerd.
Ook Winston Caldeira (NDP) erkende dat het roer omgegooid moeten worden. Hij is er van overtuigd dat het sociaal beleid beslist houdbaar is, mits onder bepaalde nieuwe voorwaarden. “We gaan een aantal pijnlijke maatregelen moeten treffen die te maken hebben met subsidievermindering. We betalen te weinig voor stroom en water, we moeten dat opvoeren. We betalen ook te weinig belasting, neemt u de belastingscoëfficient: de directe of indirecte belasting als percentage van het bbp. Het is schrijnend, het is afgenomen en moet weer omhoog. We moeten ook de zogenaamde free riders aanpakken. Het kan niet zo zijn dat we AOV blijven verhogen en een heleboel mensen betalen niet. Die moeten gaan betalen. We moeten de uitgaven besnoeien, misschien hebben we teveel ambassades”, werd door hem geopperd.

RAMPSCENARIO À LA VENEZUELA

Vorig jaar waarschuwde Ferdinand Welzijn, voorzitter van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), overigens, dat een rampscenario à la Venezuela op komst is als de regering voortgaat met het nadruk leggen op het volk zoet houden, het sociaal bezig zijn en het opzetten van een sociaal zekerheidsstelsel, zonder dat daarbij enige coherentie is. Welzijn gaf onze regering toen de ernstige vermaning mee dat met een dergelijke sociale ramkoers een situatie kan ontstaan, waarbij over vijf jaar het sociaal beleid niet meer te financieren is en alles in elkaar stort, omdat er niets meer wordt gedaan aan de infrastructuur, het stimuleren van ondernemerschap en het creëren van werkgelegenheid. “Als er geen samenhang is, dan worden we waarschijnlijk net als Venezuela. Dan hebben we zoveel sociale voorzieningen, maar dan is er geen productiviteit, hebben we geen werk en zijn we allen afhankelijk van de regering”, berispte de VSB-voorzitter. Hij betoogde ook , dat de regering in Venezuela coûte que coûte vond dat de minderdraagkrachtigen tegen elke prijs geholpen moeten worden, daarbij werd een beleid geïmplementeerd om alles van de rijken weg te halen en te geven aan de armen. Dit resulteerde onder meer erin dat zo’n beetje alle bedrijven over de kop gingen, er geen werk meer was en de afhankelijkheid aan de overheid alleen maar groter werd

.