Breeveld:

“DOE é kon”, stelde DOE-voorman Carl Breeveld en daarmee viel hij tijdens zijn introductie meteen de huiskamer binnen. “De nieuwe politiek is in opmars en steeds meer Surinamers geloven dat de toekomst van Suriname daarvan afhangt. De consequente groei van DOE is het bewijs dat steeds meer Surinamers voor deze nieuwe politiek kiezen.” Vertegenwoordigd door voorzitter Carl Breeveld maakte de DOE-partij een sterke indruk ten opzichte van de overige vijf deelnemers tijdens de debatavond van ABC/Parbode. Nationale Demo-cratische Partij (NDP) haakte op het laatste moment af. Tijdens deze discussieavond werden drie hoofdonderwerpen behandeld, te weten armoedebestrijding, buitenlands beleid en behoorlijk bestuur. Breeveld: “Anders dan nu, zou iedere Surinamer de mogelijkheid moeten hebben om zich te ontwikkelen. Iedere Surinamer verdient eerlijke kansen om te participeren en te profiteren van de economie. Openbaarheid van bestuur is daarbij ook van eminent belang, zodat mensen niet buitengesloten worden.”

EERLIJKE ECONOMIE
Voor wat betreft het eerste onderwerp (armoedebestrijding), zei Breeveld dat armoede bekeken moet worden vanuit een ketenaanpak. “Er zijn veel meer dingen die moeten gebeuren,” meent Breeveld, “want arme mensen hebben namelijk met meer te kampen dan armoede alleen. Zij krijgen geen gelijke kansen op onderwijs, huisvesting en gezondheidszorg.” Het onderwerp buitenlands beleid, moet volgens de DOE-voorman altijd in het voordeel van alle Surinamers zijn. Hij vindt de regionale banden welke door de huidige gezagdragers worden uitgevoerd, niet slecht. “De huidige banden met de regio zijn zeker met het oog op toerisme niet slecht, maar je hebt ook andere partners nodig. Daarnaast zal je the lead in relaties moeten hebben en moeten zaken in balans zijn.” Het kiezen voor Frankrijk als de poort naar Europa, was volgens Breeveld een grote misser. Daarnaast moeten de historische banden met onder andere Nederland niet worden onderbroken.

EERLIJKE KANSEN
Bij het onderwerp behoorlijk bestuur, liet Breeveld meteen blijken absoluut niet tevreden te zijn. “Het kan niet, mag niet en moet niet. Ik ben zeer ontevreden voor wat betreft de strijd tegen corruptie, want het ontneemt de gewone man eerlijke kansen.” Breeveld verwees naar de behandeling van de anticorruptiewet, die lange tijd op zich laat wachten. “Burgerparticipatie, openbaarheid van bestuur en controle van instituten, worden belemmerd door de hoge mate van corruptie die in Suriname gewoon is.”