Het vervaardigen van meel uit cassave en andere lokale knolgewassen, zoals yams, napi, tajer en zoete aardappelen, en de producten die met dat meel kunnen worden vervaardigd, kunnen van grote invloed zijn op de duurzame economische ontwikkeling van Marowijne. Dat was maandag het hoofdonderwerp op een persconferentie van de stichting Surinaamse Ontwikkeling Innovatieve Landbouw (SOIL) op de Barronschool in Moengo (Marowijne). Zeker veertig genodigden zijn er getuige van geweest hoe de Belgische stagiair Voedingsmiddelentechno-logie, Marijn Dhaenens, heerlijk brood heeft gebakken uit Surinaams cassavemeel.
Het brood, dat hij ‘Cassavebrood 2.0’ noemt, heeft hij in een periode van drie maanden ontwikkeld samen met leerlingen van de Barronschool. Alle veertien leerlingen, die aan het project hebben deelgenomen, kregen een certificaat uitgereikt. Zij kunnen nu zelfstandig het brood bakken en het product verder ontwikkelen met hun praktijkdocent. Op de conferentie kwam naar voren dat uit de lokale knolgewassen diverse food en industriële producten te maken zijn, die het op de binnenlandse en internationale markt goed kunnen doen, en voor werkgelegenheid kunnen zorgen. Uit zoete aardappelen zijn wel meer dan 40 producten te ontwikkelen, uit cassave ook enkele tientallen.
Cassavebrood 2.0, gebakken door Dhaenens en de leerlingen, is een heerlijke bol of een snijbrood, dat even goed smaakt als het brood dat we gewoon zijn. Het bestaat voor 50% uit lokaal cassavemeel en voor 50% uit tarwemeel. Het overgrote deel van de aanwezigen vond het brood lekker, hoewel er nog ruimte is voor verbetering: de vorm, de verpakking en de samenstelling. De toekomstdroom is het brood in zijn geheel van lokaal cassavemeel te bakken: Cassavebrood 3.0.
In zijn presentatie zette Dennis Tjoen A Choy, voorzitter van SOIL Masonkondre, de ontwikkelingsvisie van SOIL voor Marowijne uiteen. SOIL heeft het visioen van een Greenport in Marowijne voor ogen. Een netwerk van organisaties en bedrijven uit de agrarische sector dat voor duurzame economische ontwikkeling kan zorgen. Als de productie van kleine boeren door techniek en ondernemerschap wordt verbeterd, kan dat een enorme impact hebben. Het idee is samen ontwikkeld met het Delfts Center of Entrepreneurship van de Technisch Universiteit Delft waarmee de stichting een jarenlange samenwerking heeft. Tientallen stagiairs en afstudeerders hebben al aan dit programma bijgedragen. Er is ook een samenwerking met het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij. SOIL wil die samenwerking graag uitbreiden met instituten als CELOS, Natin, PTC en de AdeKuS. Door de bundeling van krachten zouden diverse producten samen ontwikkeld kunnen worden. Het geheel aan producten uit cassave en de andere knolgewassen, zou de basis kunnen vormen voor een transformatie van mijnbouw naar landbouw in Marowijne. Daartoe is ook ketenmanagement, verpakkings- en transportindustrie en infrastructuur noodzakelijk. Vandaar de toekomstdroom van Greenport Marowijne. Binnen vijftien jaar kunnen gemakkelijk 100 bedrijven opgezet worden die onderdeel zijn van deze Greenport Marowijne en die honderden banen zouden kunnen creëren. Daarmee maken Suriname, en Marowijne in het bijzonder, de overgang naar een kennismaatschappij. Mevrouw Rebecca Ceder-Pinas, directeur Barronschool, gaf in haar presentatie aan dat ze het beroepsonderwijs ziet als een belangrijke pijler voor de economische ontwikkeling van Marowijne. Voorwaarde is wel dat het onderwijs rekening houdt met de beroepspraktijk en de wensen van het bedrijfsleven. Met het bakken van het brood, hebben haar leerlingen laten zien dat ze de capaciteiten bezitten om te produceren voor de markt en dat ze aan deze eisen kunnen voldoen. Ze gaf aan dat in de afgelopen jaren samen met SOIL is gewerkt aan de school met de vrijwillige inzet van veel leerlingen. Er zijn praktijkruimtes gebouwd en begin dit jaar hebben leerlingen van de school samen met studenten van Delft bijvoorbeeld prullenbakken ontworpen, die verkocht kunnen worden. Hiermee kan ook de Barronschool zijn eerste schreden zetten op het pad van ondernemerschap en daarmee de internationale trend naar de groeiende aandacht voor ondernemerschap van onderop volgen. Dat is ook de reden voor de betrokkenheid van het Delfts Centrum voor Entrepreneurship van de Technische Universiteit Delft. Op dit moment wordt er een Centrum voor Techniek en Ondernemerschap opgezet, waar leerlingen van de Barronschool kennis kunnen opdoen over techniek en ondernemerschap, om zelf ondernemingen op te zetten. Het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen zegt na te zullen gaan hoe zij het centrum kunnen ondersteunen.
Binnen de gedachte van de Greenport is ondernemerschap belangrijk. Een goed voorbeeld hoe bedrijven zich kunnen ontwikkelen, is het agrobedrijf Emmanuel Da-Kettie van Hendrik Pinas en zijn vrouw, Selma Pinas-Corinde. Selma legde uit hoe het bedrijf als een hobby is begonnen: er werd alleen voor eigen gebruik geproduceerd. Nu is het uitgegroeid tot een onderneming van 3 hectare met verschillende gewassen. Onlangs hebben drie studenten van de TU Delft geholpen om de bedrijfsvoering te verbeteren. In de toekomst moet voldaan worden aan de regels van Global GAP en HACCP om internationaal de producten te kunnen verkopen. Verdere verbeteringen zijn nodig om gebruik te kunnen maken van de exportmogelijkheden naar Frans- Guyana en Brazilië. Daarmee kan het bedrijf meer inkomsten verwerven om te investeren naar verdere groei. Naast de werkzaamheden in het eigen bedrijf, coacht Hendrik Pinas andere boeren om de opgedane kennis te verspreiden, zodat er meer professionele bedrijven ontstaan, waardoor ze samen sterker staan.
Volgens de strategie van SOIL, kunnen de vele boeren die nu ook op traditionele wijze telen en produceren, kleine moderne agro-ondernemingen als van Hendrik opzetten in diverse delen van de agrarische keten: telen, foodverwerking, logistiek, onderzoek, training en onderwijs. Samen kunnen ze dan Greenport Marowijne vormen, een netwerk dat sterk is en aan de basis staat van de groei van de lokale economie in Marowijne. Jongeren kunnen dan in Marowijne blijven studeren en goed gekwalificeerd werk vinden, omdat Greenport een diversiteit aan banen creëert. Er zijn op de wereldmarkt voldoende mogelijkheden voor agrarische-, food- en industriële producten gemaakt uit landbouwproducten, die voldoen aan de internationale kwaliteitseisen. De uitdaging en de ontwikkeling van een cassavebrood dat aan die eisen voldoet, is een goed voorbeeld van een nieuw landbouwproduct.