Nederlander en Oekraïense echtgenote weggepest

Het leven op de Krim is sinds de Russische annexatie goed. Wie het daar niet mee eens is, moet zwijgen of oprotten. Het nieuwe gezag duldt geen kritiek. Wie toch blijft én zijn mond opentrekt, speelt met zijn leven. Niet voor niets zijn Nederlander Jelle en zijn Oekraïense vrouw Catharina gevlucht. Een 12-jarige jongen is het ziekenhuis in geslagen omdat hij met zijn mobieltje met zijn moeder belde en Krim-Tataars sprak. ,,Het is de mooiste plek op aarde, de Krim,’’ zegt Jelle treurend. Jarenlang heeft hij met zijn vrouw Catharina en hun twee kinderen op het schiereiland gewoond. ,,Een paradijs. Ik werkte daar in een hotel aan de kust. Azuurblauw water waarin dolfijnen dartelen.’’ Dat paradijs ligt plotseling onbereikbaar ver weg. Enkele maanden geleden is Jelle met zijn gezin gevlucht naar Nederland. Uit angst dat hun zoon in het Russische leger zou moeten dienen en naar Tsjetsjenië zou worden gestuurd om daar te vechten. Uit angst ook voor de intimidatie en het geweld tegen Oekraïners en met name tegen de minderheid van de Krim-Tataren. Jelle en Catharina zijn niet hun echte namen. ,,Ik durf niet te zeggen waar ik nu woon, hoe we echt heten, wanneer we zijn gevlucht,’’ zegt Jelle. ,,Op de foto willen we evenmin, ook niet als we er onherkenbaar op staan. De Russische veiligheidsdienst FSB heeft maar een paar gegevens nodig om ons te traceren. Zoveel Nederlanders woonden er niet op de Krim. Catharina’s broer is ook naar het buitenland gevlucht en heeft een interview gegeven. De volgende dag stond de FSB al bij haar op de stoep. Wij willen onze achtergebleven familieleden niet in gevaar brengen.’’ De angst is be-grijpelijk. Mensenrechtenor-ganisatie Amnesty International meldt in een onlangs verschenen rapport dat alleen al in de eerste maanden van de annexatie – nu ruim een jaar geleden – paramilitairen ten minste tien mensen hebben ontvoerd en mishandeld. Van zeven van hen is het lot nog altijd onbekend.

Marteling
Van Reshat Ametov (39) kent Amnesty International het lot wél. Een video toont hoe hij tijdens een kleine demonstratie op 3 maart 2014 voor het regeringsgebouw in Simferopol door drie in een onbekend uniform geklede mannen naar een auto wordt gebracht. Op 15 maart is zijn lichaam gevonden, met tekens van marteling. De daders zijn nooit achterhaald. Ametov uitte op Facebook regelmatig kritiek op de situatie van de Krim-Tataren. Vanuit Nederland probeert Jelle zoveel mogelijk informatie over de actuele situatie op de Krim te vergaren. Eenvoudig is dat niet. ,,Skypen met mijn Oekraïense familieleden of vrienden durf ik niet. Alles wordt afgeluisterd. De verhalen die wij te horen krijgen, zijn gruwelijk. In Simferopol is een burgerwacht in militaire kleding actief, allemaal Russische alcoholisten en drugsverslaafden. Ze worden de SS genoemd en hebben een 16-jarige jongen met een hamer doodgeslagen, enkel omdat hij Oekraïens sprak. Een 12-jarige jongen is het ziekenhuis in geslagen omdat hij met zijn mobieltje met zijn moeder belde en Krim-Tataars sprak.’’ De Krim is verworden tot een vrijhaven voor criminelen en ander tuig, stelt Jelle. ,,Veel lui uit Donetsk en Loehansk zijn er naartoe gekomen, en dat zijn geen lieverdjes. Ook veel Russische criminelen houden zich er op. Het is nu een bananenrepubliek, je kunt je gang gaan als je maar een Russisch vlaggetje op de auto hebt.’’

Herdenkingen
De autoriteiten doen weinig tot niets aan de criminaliteit, constateert ook Amnesty Internatio-nal. Met name de Tataren wordt het leven zuur gemaakt. De zelfbenoemde premier van de Krim, Sergej Askionov, moet niets van hen hebben. In mei 2014 verbiedt hij de herdenking van de deportatie in 1944 van de Krim-Tataren naar verafgelegen gebieden in de Sovjet-Unie. Ook mogen ze enkele maanden later de slachtoffers van Stalin en het nazisme niet openlijk herdenken. De officiële reden: het is zó warm, dat deelname aan de herdenking slecht zou zijn voor de gezondheid. De pesterijen en intimidatie hebben effect. Tal van Oekraïners en Krim-Tataren zijn net als Jelle en Catharina gevlucht. Tot vreugde van sommige Russen, die maar wat graag de verlaten huizen innemen.

Spaargeld
Vooral de woningen van gevluchte Tataren zijn geliefd, weet Catharina, die veel Tataren onder haar vrienden heeft. ,,Tataren vluchten niet zomaar. Zij zijn enorm gehecht aan hun geboortegrond. Al hun spaargeld steken ze in de bouw van een huis; als ze weer wat te besteden hebben, bouwen ze hun woning verder uit. Langzaam maar zeker worden het heuse villa’s.’’ Alleen als het leven onmogelijk wordt gemaakt en hen niets anders rest, zullen Tataren de benen nemen Maar zelfs wie op de vlucht slaat, wordt nog niet met rust gelaten, weten Jelle en Catharina uit ervaring. Jelle: ,,We zaten in een trein van zo’n dertig wagons. En nog kwam een zestal bewapende militairen uitgerekend onze wagon binnen en schreeuwde: ‘Waar is die Hollander!’ Ze hebben mijn pas zeker een kwartier lang bestudeerd, met een loep. Ik heb al die tijd geprobeerd vriendelijk te lachen. Ze hebben ons uiteindelijk doorgelaten, maar mijn visum is verscheurd. Het wordt nu heel moeilijk een nieuw visum te krijgen om nog eens terug te kunnen gaan.’’

More
articles