Diverse media uit ons oosterbuurland maken sinds enkele dagen melding van een grote zwendel, waarbij een aantal kilo’s in Frans-Guyana geproduceerd goud, illegaal is geëxporteerd naar Suriname. De hoofdverdachte, de zakenman Stéphane Yard, die het mijnbouwbedrijf Mine Délice heeft opgericht, is samen met zijn comparanten Vanessa Halhul en Claude King gearresteerd en onder gerechtelijk toezicht geplaatst. De onderneming is gevestigd stroomopwaarts van de Arouanyrivier en de zakenman wordt ervan beschuldigd het goud te hebben gewonnen en illegaal te hebben uitgevoerd naar Suriname. Het goudtransport moet een waarde van meer dan 750.000 euro bedragen. De Franse justitie richt zich tijdens haar onderzoek op een productie van 18 kilo goud in een paar maanden, waarvan een groot deel naar ons land moet zijn gesluisd. “Het onderzoek heeft een aantal interessante zaken aan het licht gebracht. Uit eensluidende verklaringen blijkt dat tussen februari en juli 2013, de mijn 18 kilo goud heeft geproduceerd, hiervan werden slechts 4 kilo en 260 gram verkocht aan Saamp (de onderneming die bevoegd is om in Frans-Guyana metalen te verfijnen). Wij zijn van oordeel, dat het onderzoek suggereert, dat de rest van het goud dat geproduceerd werd, onderschept is en vervolgens vervoerd en verkocht is in Suriname”, verklaart de officier van justitie, Ivan Auriel. Meester Boris Chong-Sit, de advocaat van ondernemer Yarde, is het hierover oneens: “De heer Yarde heeft formeel ontkend dat goud van Délice werd verkocht in Suriname. Hij zei dat al het goud dat geproduceerd werd, is verkocht aan Saamp.” De raadsman voegt er aan toe: “Als zoveel goud was vrijgelaten, zouden de arbeiders zijn uitbetaald. Hoe komt het een mijn die geacht wordt zoveel goud te hebben gewonnen, problemen heeft om de werknemers uit te betalen? Het slaat nergens op. Als zoveel goud was geproduceerd, zouden de arbeiders uitbetaald worden, het zijn zij immers die de arbeid leveren. In een dergelijk geval zouden we niet het risico hebben genomen ze niet te betalen. Dit is niet in overeenstemming met de procedure van een mijn die produceert. En hoe konden de employees niet worden betaald, terwijl ze zelf hadden kunnen waarnemen dat zoveel goud werd gewonnen.” Op 2 juni 2013 waren de gendarmes van Saint-Laurent-du-Maroni overigens reeds gewaarschuwd om in te grijpen bij de goudmijn. “Een politieoperatie werd uitgevoerd op de site op 18 juli 2013 en de autoriteiten hebben onder meer overtredingen van de arbeidswetgeving geconstateerd”, vertelt Auriel. Tijdens het onderzoek is tevens een sub-contract boven water gekomen ‘La Compagnie minière de Guyane’, onder leiding van Stéphane Yarde en een onderneming (fonetisch uitgesproken als ‘Gowtu’) onder leiding van Abongo Adam. Deze Adam is eerder veroordeeld wegens ‘omkoping’ in een zaak die bekend staat als ‘steekpenningen’ uit het CCOG.
