In het hoofdkantoor van De Surinaamsche Bank (DSB), is vanmiddag in aanwezigheid van directieleden van Staatsolie en DSB, een eerste inschrijving geweest voor nieuwe obligaties door een huidige obligatiehouder. De spits werd afgebeten door mevrouw Hanenberg, die naar zeggen van financieel directeur Agnes Moensi, heel enthousiast was over het project. Ruim voor de lancering van de tweede obligatielening, legde Hanenberg contact met haar en maakte zij haar voornemen tot verlenging en wellicht zelfs meer, kenbaar. Zowel Moensi als Hanenberg, rieden een ieder aan, mee te doen met de nieuwe obligatie-uitgifte. Oma Hanenberg vertelde dat bij de eerste obligatie-uitgifte haar kleinkinderen zelfs spaargeld van de bank hebben gelicht om ook mee te doen. Ze staat volledig achter de tweede lancering en is van plan haar relaties met Staatsolie en DSB verder uit te diepen. Ook de CEO van DSB, Sigmund Proeve, onderstreepte het voorrecht betrokken te zijn bij de Staatsolie-obligaties en wees erop dat uit privacy overwegingen de nieuwe inleg van oma Hanenberg niet openbaar wordt gemaakt. Directeur Refinery and Marketing Staatsolie, Rudolf Elias, stipte aan, dat de nieuwe inschrijving een mooi moment is om erg trots op te zijn. “We hebben jullie allemaal nodig. Iedereen die een obligatie koopt, draagt direct bij aan de groei die we als Staatsolie willen maken”, aldus de Staatsolie-topper. Het bedrijf streeft er naar, om net als de vorige keer, zo’n US$ 55 miljoen op te halen uit de uitgifte van obligaties. Bij de eerste obligatielening werden de verwachtingen ver overtroffen, gelet op het streefbedrag van US$ 15 miljoen. De obligatiegelden werden opgebracht door financiële instellingen en ondernemingen (zo’n US$ 30 miljoen), en particulieren. Bijzonder aan de tweede obligatielening is, dat de 2197 huidige obligatiehouders voorkeur hebben tijdens de inschrijvingsperiode om wederom in te schrijven voor hetzelfde of een hoger bedrag. Indien deze obligatiehouders het streefbedrag US$ 55 miljoen bijeenbrengen, zal Staatsolie nog tot een bepaald maximum bedrag obligaties uitgeven. Marc Waaldijk, algemeen directeur van Staatsolie, verklaarde vorige week tijdens de lancering van de tweede obligatielening, dat dit maximumbedrag vooralsnog niet wordt prijs gegeven. De minimale inleg is in ieder geval US$ 100 en tijdens de inschrijvingen die in twee perioden zullen plaatsvinden, kan men inleggen in coupures met een veelvoud van US$ 100 tot US$ 100.000. Er vindt wel een screening plaats van de obligatiehouders, want zowel DSB als Staatsolie, willen geen smet op hun naam hebben. De huidige obligatiehouders kunnen tussen 30 maart en 15 april 2015 hun obligatie(s) inruilen en/of inschrijven voor nieuwe. Tussen 15 en 30 april kunnen overige beleggers inschrijven. Op 4 mei vindt de toewijzing plaats, waarna de storting van de inleggelden uiterlijk 14 mei 2015 moet zijn gedaan. DSB heeft voor deze nieuwe obligatie alle lokale banken bereid gevonden om een loketdienst te vervullen, waardoor de bereikbaarheid voor de gemeenschap is vergroot.