Hoewel de politie nog niet erachter is gekomen wat de precieze doodsoorzaak is van de vrouw die gisterochtend bij een beroving in haar woning is omgekomen, leggen politieonderzoekers wel een causaal verband tussen de beroving en haar dood. Het een is het gevolg van het ander.
Het nieuws dat de politie niet exact weet hoe Soemintra Ramdas (64) is omgekomen tijdens of kort na de overval, heeft veel kritiek op de politie uitgelokt. Inspecteur Humphrey Naarden, hoofd van de afdeling PR van het Korps Politie Suriname, heeft vandaag tegenover De West toegelicht dat zowel de vrouw als haar man gekneveld waren, en dat hun monden waren volgepropt. Hij zegt dat er voor de politie geen twijfel over bestaat dat de dood van de vrouw aan de rovers kan worden toegeschreven. Nader onderzoek moet echter uitwijzen of deze zaken tot de dood van Ramdas hebben geleid, of dat eventueel andere vormen van geweld, fysiek of mentaal, haar fataal zijn geworden. “Daarom heeft het Openbaar Ministerie sectie gelast, zodat de doodsoorzaak precies kan worden vastgesteld”, aldus Naarden. Hij zegt verder aan De West: ,,Laten we elke misverstand uit de wereld helpen. De politie legt wel een verband tussen de overval in de woning op Latour en de dood van een van de slachtoffers.” De politie wacht het sectierapport af.
Naarden zegt, dat als blijkt dat de dood het gevolg is van de kneveling of enig ander geweld als doodsoorzaak kan worden aangewezen, dan is het meer dan waarschijnlijk dat de verdachten worden aangeklaagd voor ‘diefstal door middel van geweldpleging, de dood ten gevolge hebbende’. Ze hebben zich volgens de politiezegsman in eerste instantie schuldig gemaakt aan ‘gekwalificeerde diefstal’, zoals omschreven in artikel 372 van het Surinaams Wetboek van Strafrecht. De voorwaarden daarvoor zijn, dat de diefstal bij nacht moet zijn gebeurd in een woning en dat de verdachten zich middels braak toegang moeten hebben verschaft, dat het om twee of meerdere verdachten moet gaan, en bovendien hebben ze in dit geval ook nog geweld toegepast. De misdadigers waren de woning binnengedrongen, nadat ze het diefijzer van het achterterras en een bad- en toiletruimte hadden geforceerd. Nadat de criminelen het echtpaar gekneveld hadden, werden verschillende ruimten in de woning door hen overhoop gehaald, vermoedelijk op zoek naar geld of andere kostbaarheden. Naarden spreekt van een ‘verzwarende omstandigheid’. Geweld ‘voor, tijdens, en na een diefstal’ bedoeld om de diefstal te bewerkstelligen of voortgang te laten vinden, kan volgens Naarden zonder meer in één woord worden genoemd met het feit zelf.