Afschaffing doodstraf

Door de Stichting Juridische Samenwerking Suriname Nederland (SJSSN) is op 3 februari 2015 op initiatief van de Europese Gemeenschap een seminar gehouden over de afschaffing van de doodstraf. De vraag die bij velen opkwam is of het wel van belang is om dit onderwerp, ondersteund door buitenlandse experts in Suriname aan de orde te stellen. Immers staat de doodstraf nog wel vermeld in art 9 van ons Wetboek van Strafrecht, maar is deze straf vanaf 1927 niet meer toegepast en ook niet gerekwireerd door het openbaar ministerie (OM). Voorts is er een geheel nieuw ontwerp wetboek van strafrecht bij DNA ingediend, waarin de doodstraf niet meer voorkomt. Echter is dit onderwerp nog steeds actueel omdat het niet zeker is dat DNA zal instemmen met de afschaffing van de doodstraf. Een bekende parlementariër, die tevens Deken is van de Orde van de Advocaten heeft via de media te kennen gegeven voorstander te zijn, niet alleen van handhaving van de doodstraf als stok achter de deur, maar ook van daadwerkelijke toepassing ervan. Dit in een tijd waar mondiaal de trend is om de doodstraf af te schaffen. Deze straf is in vrijwel geheel Europa afgeschaft evenals in een groot aantal staten van de Verenigde Staten van Amerika. Velen zijn van mening dat beschaafde landen de doodstraf niet moeten toepassen, daar deze een schending inhoudt van het hoogste recht dat de mens (door de Schepper) is gegeven, namelijk het recht op leven. Een staat die de doodstraf toepast zou zich in deze opvatting schuldig maken aan een gerechtelijke vorm van moord!

Toegegeven moet worden dat deze straf nog in vele landen, vooral Aziatische, bestaat.
Op het genoemde seminar waren zowel de keynote spreaker Prof. Bossuyt, hoogleraar internationaal recht als de overige sprekers Mr. Benito Pick, strafpleiter als schrijver dezes (oud-strafpleiter en oud-docent strafrecht en criminologie) fervente tegenstanders van de doodstraf. Opvallend was ook dat niemand van de aanwezigen zich expliciet heeft uitgesproken voor handhaving van de doodstraf.
In ons land is reeds drie maal gepoogd de doodstraf af te schaffen, maar alle pogingen zijn tot nu toe mislukt. De belangrijkste reden voor handhaving was dat ook al wordt de doodstraf niet afgeschaft, deze toch als stok achter de deur moest worden behouden. Internationaal onderzoek heeft echter uitgewezen dat er geen enkel afschrikwekkende werking uitgaat van een doodstraf die niet wordt toegepast. Aangezien het verwachtbaar is dat de discussie over de doodstraf op korte termijn in DNA zal worden gevoerd, acht ik het nuttig om enkele gedachten uit mijn presentatie op het genoemde seminar weer te geven als bijdrage aan de opinievorming op dit stuk. De persoon die zich als eerste krachtig heeft uitgelaten voor de afschaffing van de doodstraf is de Engelse filosoof Jeremy Bentham, die leefde van 1748 tot 1832.
Zijn belangrijkste bezwaren tegen deze straf zijn:
1. onprofijtelijkheid: het slachtoffer noch de Staat ondervinden enig financieel of economisch profijt van een executie. En voorts kan een gevangene tijdens zijn straf of daarna weer nuttig werk doen, een dode niet.
2. ongelijkheid: de dood is niet in gelijke mate voor iedereen een straf (levensgenieter tegenover iemand met zelfmoordneigingen).
3. onherroepelijkheid: herstel van fouten of compensatie aan de ten onrechte geëxecuteerde zijn niet mogelijk.
4. ineffectiviteit: de doodstraf roept bij alle betrokkenen (zowel rechters, beschuldigden, getuigen etc.) meer en meer afkeer op en heeft dus een contraproductieve en ineffectieve werking. Bovendien treft de doodstraf onevenredig vaak de zwakkeren in de samenleving.
De argumenten van Bentham zijn na twee eeuwen nog steeds actueel!
Persoonlijk vind ik het recht op leven als hoogste fundamenteel recht van de mens, het belangrijkste argument tegen de doodstraf. Velen vinden dit echter een ethisch argument waarvan onder omstandigheden kan worden afgeweken. Een praktisch argument welke door niemand kan worden tegengesproken is de onomkeerbaarheid van de doodstraf. Indien deze eenmaal is geëxecuteerd is correctie niet meer mogelijk als later blijkt dat de geëxecuteerde onschuldig was.
Onderzoekingen in de USA hebben aangetoond dat in een tijdsbestek van ongeveer 20 jaar, 23 personen ten onrechte werden geëxecuteerd. Voorstanders van de doodstraf zouden reeds hierom hun standpunt moeten heroverwegen. Voorts is het zo dat bij de moderne strafrechtstheorieën die het doel van het straffen tot onderwerp hebben, de resocialisatiegedachte steeds meer veld wint. Dit houdt in dat de verdachte weliswaar straf verdient vanwege het door hem gepleegde feit, maar dat de straf als doel moet hebben verbetering van de dader zodat hij weer een goed lid kan worden van de samenleving. Voor deze theorie is er een heel goed voorbeeld te vinden in de zaak tegen de Chinese immigrant Lai-Koon (later geheten Paulus Lijkwan). Deze executie in 1872 trok ook buiten Suriname de aandacht. Bij de ophanging brak eerst het touw en bij de tweede poging schoot de strop los. De doodstraf van Lai-Koon werd toen door de toenmalige gouverneur W.H.J. van Idsinga, omgezet in twintig jaar dwangarbeid in de boeien. Betrokkene zat een door drie gratieverleningen ingekorte straf uit en stierf uiteindelijk 50 jaar later. Na zijn vrijlating werd hij beschouwd als één van de vroede vaderen van het district Albina, daar hij een belangrijke bijdrage geleverd heeft aan de opbouw van deze grensplaats. Hij heeft ook nazaten achtergelaten die op hun beurt ook een bijdrage geleverd hebben en nog leveren aan ons land. (Terzijde kan worden opgemerkt dat het niet slecht zou zijn om een straat in Albina naar Paulus Lijkwan te vernoemen).
De leringen die wij uit deze zaak kunnen trekken dat zelfs een pleger van een ernstig misdrijf tot inkeer kan komen en een bijdrage kan leveren voor onze samenleving.

door Carlo Jadnanansing

More
articles