Herdenking 40ste sterfdag van Trefossa

Mi na wan péri di soetoe kon dja
Op 3 februari 2015 is de herdenking van de 40ste sterfdag van Henri Frans de Ziel, pseudoniem Trefossa, hij werd geboren op 15 januari 1916. Hij was onderwijzer, redacteur en bibliothecaris. Hij schreef het volkslied van de Republiek Suriname. Wat Trefossa kon, deed hij met taal. Door alle Surinamers één taal te geven, wilde Trefosa eenheid in het land brengen. De boodschap die Surinamers te vertellen hadden, moest worden gehoord. Die boodschap moest worden uitgesproken in een ‘eenheidstaal’ die alle verschillende bevolkingsgroepen met elkaar zou verbinden. Trefossa maakte duidelijk dat de Surinaamse taal, het Sranan, meer was dan een soort Negerengels, slaven- of markttaal. Hij maakte er literatuur van, verdichtte de werkelijkheid in het ‘Sranan’ en bedacht nieuwe woorden. ln het maandblad ‘Foetoeboi’ (Loopjongen) van J.G.A. Koenders, verscheen in 1949 zijn gedicht ‘Bro’ (Adem). Met een Sticusa-opdracht verbleef hij van 1953 tot 1956 in Nederland. Daar verscheen in 1957 ‘Trotji’ (Voorzang), waarin hij aantoonde dat in Sranan odi subtiele poëzie kan worden geschreven. Zijn inspirerende voorbeeld werd door velen gevolgd (Corly Verlooghen, Eugène Rellum, Johanna Schouten-Elsenhout, Michaël Slory), maar de verstilling, bezinning en subtiliteit van zijn vers, vindt men bij weinigen. Trefossa mijmert over de schoonheid van zijn land en dat wat daaraan afbreuk doet, maar liever dan een plaats op de barricaden, is hem de droom, de bespiegeling, de rust. Terug in Suriname maakte hij deel uit van de redactie van de tijdschriften Tongoni (1958-1959) en ‘Soela’ (1962-1964). Hij was kort directeur bibliothecaris van het Cultureel Centrum Suriname (CCS). Later ging hij weer naar Nederland om aan de uitgave van de geschriften van Johannes King te werken. Trefossa worstelde met zijn gezondheid en kwam in 1969 terecht in het herstellingsoord Zonneduin in Bloemendaal. In het herstellingsoord ontmoette hij de toenmalige directrice, Hulda Walser, met wie hij in 1970 trouwde. Trefossa overleed na een wel besteed leven op 3 februari 1975 in Haarlem, Nederland. In 1977 verscheen ‘Ala puwema fu Trefossa’ uitgegeven door Bureau Volkslectuur. In 1990 werd door hem geschreven proza gebundeld in een speciaal nummer van het tijdschrift ‘Mutyama’. Op 21 november 2005 kreeg Trefossa alsnog zijn laatste rustplaats in zijn vaderland. Ter gelegenheid daarvan werd in opdracht van de toenmalige van president Ronald Venetiaan, een grafmonument voor Trefossa opgericht op de begraafplaats Hodi Mihi, Cras Tibi aan de Dokter Sophie Redmondstraat. De urnen met de as van Trefossa en zijn vrouw Hulda Walser werden op die dag bijgezet. Op 21 november 2006 werd een naar hem vernoemde stichting opgericht door Hans Breeveld en Johan Roozer, met als primaire doelstelling het uitdragen van het gedachtegoed van Trefossa. Jaarlijks wordt ter ere van zijn geboortedag op 15 januari in het auditorium van Self Reliance, de Trefossa lezing gehouden. Tweejaarlijks wordt door Self-Reliance de ‘Henri Frans de Ziel Cultuurprijs’ in de vorm van een geldbedrag uitgereikt aan een persoon die zich op uitzonderlijke wijze verdienstelijk heeft gemaakt op kunst- en cultuurgebied en in het bijzonder op literatuurgebied. De stichting voert ook andere activiteiten uit ter bevordering van de Surinaamse literaire ontwikkeling. Op 12 april 2010 werd bij de ingebruikname van het nieuwe gebouw van het Nationaal Archief Suriname (NAS), ook de nalatenschap van Trefossa aan Suriname overgedragen. Het literaire werk van Trefossa is van groot belang geweest voor de ontwikkeling en de opwaardering van het Sranan. De overdracht, die voor Suriname van grote cultuurhistorische waarde is, werd gedaan door Cynthia Abrahams en Cherida de Ziel. Op 12 januari 2012 werd aan de oostzijde van het presidentieel paleis een kopstuk ceremonieel onthuld. Het kunstwerk, vervaardigd door Erwin de Vries en Johan Roozer, is een zichtbaar eerbetoon aan Trefossa, die de zielen van meer dan een half miljoen mensen beroert bij het zingen van het volkslied. Carlo Jadnanansing, de Stichting H.F. de Ziel, assurantiemaatschappij N.V. Self-Reliance en het ministerie van Openbare Werken hebben ervoor gezorgd dat dit project kon worden uitgevoerd.

More
articles