De contributie van de mijnbouwsector aan de internationale reserves van Suriname bedroeg in 2014 slechts US$ 237 miljoen, terwijl het in 2013 en 2012 om respectievelijk US$ 338 miljoen en US$ 525 miljoen ging. Er is sprake geweest van sterk verminderde inkomsten voor de overheid, waarbij met name de opbrengsten uit de ontginning van delfstoffen met meer dan 34% terugvielen. Dit kwam vanmiddag naar voren tijdens de toespraak van de governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), Gillmore Hoefdraad, op een nieuwjaarsreceptie die de moederbank hield in het Ramada Paramaribo Princess Hotel. Door de sterk teruggelopen exportopbrengsten en overheidsontvangsten was er een significant lagere toestroom van deviezen aan de monetaire reserves. Deze reserves, die in november naar een dieptepunt van US$ 604 miljoen waren gekelderd en de afgelopen maanden in een vrije val leken te zijn gekomen, zijn per ultimo december licht gestegen naar US$ 621,8 miljoen. Economen en politici houden de reserves nauwlettend in de gaten, omdat ze in relatief korte tijd zijn gekelderd van circa U$ 1 miljard naar zo’n US$ 600 miljoen. Het is evident dat de monetaire reserves zwaar onder druk staan en dat er een dalende trend waarneembaar is, omdat er regelmatig op de valutamarkt geïntervenieerd moet worden door de moederbank. Het is algemeen bekend dat er een laag aanbod van Amerikaanse dollars is, wat te verklaren is door de heersende schaarste en grotere vraag bij handelaren, de prangende onzekerheid die er heerst en het verkwistend beleid van de regering. De governor erkende vanmiddag dat de dalende wereldmarktprijzen voor onze mijnbouwproducten, te weten goud, olie en aluinaarde, vorig jaar een enorme uitdaging betekenden. Het financieel beleid moest efficiënter gevoerd worden en sterker gericht op het aanpassen van de inkomsten aan de uitgaven. Niettegenstaande de tegenvallers in de mijnbouwsector, zien zowel CBvS-governor Hoefdraad als minister van Financiën, Andojo Rusland, goede vooruitzichten voor onze economie. Evenals Rusland wees Hoefdraad er op dat de Surinaamse economie de internationale economische crises heeft doorstaan en dat ons land een bovengemiddelde economische groei zal doormaken ten opzichte van landen in Zuid-Amerika en het Caribisch Gebied. “Wij hebben kunnen constateren dat de overheid een bezuinigingsbeleid heeft doorgevoerd dat vruchten heeft afgeworpen. We hebben geconstateerd dat de uitgaven in totaal met 10,5% zijn afgenomen, bij inkomsten die maar 5% groeiden. Door deze inspanning is het tekort, volgens de internationale methodologie van Government Finance Statisics, teruggebracht tot 4,6% van het bruto binnenlands product in 2014, tegenover 5,9% van het bbp in 2013; een verbetering van 1,3 procentpunten bbp. Bij gelijkblijvende ontvangsten zou de aanpassing in het gedrag van de overheid ongeveer 4% hebben bedragen”, aldus Hoefdraad.