OM eist 4 jaar, rechter spreekt vrij

Aan de hand van een vingerspoor dat op de plaatsdelict is aangetroffen, eiste het Openbaar Ministerie een straf van vier jaar geheel onvoorwaardelijk voor de beklaagde Claus A. De verdediging verzette zich hevig tegen deze eis, omdat de beklaagde had bekend dat hij eens bij de benadeelde is geweest om werk te zoeken. Ook de benadeelde bevestigt dit. Aanwijzingen die de beklaagde gedaan had en die door de vervolging als bewijsmiddel zijn meegenomen, volstaan ook niet volgens de raadsvrouwe. Haar cliënt heeft namelijk wel die bewuste locatie te Welgedacht A aangewezen, maar hij wees daarbij aan waar hij is geweest om werk te zoeken en niet waar hij een diefstal door middel van braak zou hebben gepleegd. Dat het vingerspoor een bewijsmiddel is, weersprak de vervolging niet, maar aan de hand van de verklaringen van zowel de beklaagde als de benadeelde, blijft het niet als bewijs van het plegen van het delict staan. Verder haalde de raadsvrouw vonnissen aan waarbij de vervolgde recentelijk zou zijn vrijgesproken, omdat er geen enkele andere ondersteuning was voor het vingerspoor van de beklaagde in de zaak om te staven dat hij het delict gepleegd had. De rechter was het helemaal eens met de verdediging en sprak de man vrij. Op 12 september 2013 werd in Welgedacht A een beroving gepleegd door middel van geweld, de mannen waren gemaskerd en gewapend. De benadeelde was er zeker van dat het andere mannen waren. Het onderzoek wees uit dat het geen van allen konden zijn, dus werden zij reeds door de politie in vrijheid gesteld. Deze beklaagde werd op grond van zijn vingerspoor dat in de woning terechtkwam tijdens een sollicitatiegesprek, vervolgd. Het feit dat hij eerder veroordeeld was, werkte niet in zijn voordeel. Uiteindelijk bleek dat hij op de bewuste dag van het sollicitatiegesprek geholpen had goederen uit te laden en in de woning te zetten, waardoor zijn vingerspoor op diverse goederen te vinden was.

More
articles