De Nederlandse Hoge Raad heeft een herzieningsverzoek van de Surinaamse president Desiré Bouterse in de spraakmakende Stellendamzaak vandaag afgewezen. Dit werd vanmorgen door het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) bericht. Bouterse werd in 1999 in Nederland tot elf jaar cel veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij de smokkel van 474 kilo cocaïne van Suriname naar Stellendam in 1997. Zijn veroordeling door het gerechtshof in Den Haag was toen voornamelijk gebaseerd op verklaringen van een kroongetuige. Deze Belg, Patrick van L., getuigde tegen Bouterse in ruil voor strafvermindering. Hij is inmiddels op zijn belastende verklaring teruggekomen. “Bij een aanvraag tot herziening moet duidelijk worden gemaakt waarom een getuige terugkomt op eerdere verklaringen,” licht de Hoge Raad toe, “redenen voor het terugkomen op eerdere verklaringen worden in deze aanvraag niet gegeven. Daarom levert deze nieuwe verklaring geen grond op om aan te nemen dat de eerdere belastende verklaringen onjuist zijn.”

ONBETROUWBAAR ONDERZOEKSMATERIAAL

In het herzieningsverzoek stelde de advocaat van Bouterse, Inez Weski, dat de veroordeling berust op onbetrouwbaar onderzoeksmateriaal en ze riep twijfels op over de integriteit van het politieonderzoek. “Deze aannames zijn niet gemotiveerd”, concludeert de Hoge Raad. Het Hof sprak Bouterse in 1999 overigens vrij van betrokkenheid bij vijf andere drugstransporten. Ook vonden de rechters toen dat niet was bewezen dat de huidige president van Suriname leiding gaf aan het zogenoemde Suri-kartel, dat was in de ogen van politie en justitie de misdaadorganisatie die verantwoordelijk was voor de cocaïnesmokkel van Suriname naar Nederland.