Verzetsstrijder geen Kaikoeshi, maar Kaitoeshi

De bekende inheemse verzetsstrijder, Kaikoeshi, moet feitelijk ‘Kaitoeshi’ hebben geheten, Karaïbs voor tijger. Dit kwam gisteravond naar voren tijdens de lezing van de activist Alwin Ligorie. Zijn presentatie voor een goed opgekomen publiek, was georganiseerd door de Nationale Reparatie Commissie, die een samenwerking is aangegaan met Mofina Pikin en de inheemse organisatie Masuanary om gezamenlijk de Dag van de Verbondenheid te herdenken. Deze dag is een uitvloeisel van de bevindingen van het historisch onderzoek dat Ligorie heeft verricht en waarbij de geschiedenis van onze oorspronkelijke bewoners vanuit een Surinaams perspectief wordt onderzocht en vastgelegd. Gisteravond werd ervoor gepleit 6 januari voortaan als Dag van de Verbondenheid te herdenken, daar op deze datum in 1776 een verbond tussen de inheemse strijder Kaitoeshi en de vrijheidsstrijder Boni werd gesloten. De ex-kolonisator heeft dit verbond eeuwenlang geheim gehouden, daar het gezamenlijk strijden van inheemsen en ontvluchte, tot slaaf gemaakte, Afrikanen wellicht als een bedreiging werd ervaren. Ligorie bracht in herinnering dat inheemsen al vanaf de prille bezetting van Suriname door de Engelsen en later de Nederlanders, de gewapende strijd hebben gevoerd tegen de Europese bezetters. Tussen 1678 en 1689 is er een felle binnenlandse strijd gevoerd die de rode oorlog werd genoemd. Gedurende de elfjarige oorlog was er reeds een samenwerking tussen de inheemsen en ontvluchte, tot slaaf gemaakte, Afrikanen. Tijdens deze strijd is herhaaldelijk tevergeefs getracht de hoofdstad Paramaribo over te nemen. Gis-teravond werd tevens te berde gebracht dat diverse, oorspronkelijke inheemse namen zijn verbasterd, zo zou onze hoofdstad `Pa-ramoerbo’ moeten heten. Naast een pleidooi voor meer erkenning voor het inheemse perspectief met orale bronnen als leidraad, werd de aanwezigen vijf stellingen voorgehouden. Onder meer werd geponeerd dat Palmentuin als heilig gebied van de inheemsen moet worden erkend en in de boezem moet komen van de inheemse volkeren, omdat zich hier een voormalig dorp, Paramoerbo, bevindt waarvan vele bewoners zijn vermoord en ter plekke zijn begraven.

More
articles