Niettegenstaande de kelderende wereldmarktprijs van olie, zal er op korte termijn niet direct een prijsdaling in de importgoederen te merken zijn. Dit verneemt De West van bijzonder hoogleraar economie en voormalig president van de Centrale Bank van Aruba, prof. dr. Anthony Caram. De hoogleraar verduidelijkt dat de handelaren nog zitten met goederen die tegen hogere prijzen zijn ingekocht. De consumenten zullen pas wat van noemenswaardige prijsverlagingen merken als de handelaren door de oude voorraden heen zijn en goedkoper geïmporteerde producten op de schappen liggen. Caram beschouwt de lage wereldmarktprijs van olie als een lichtpunt voor wat betreft het effect op de prijs van goederen in ons land, maar het is evident dat de exportinkomsten van Staatsolie wel significant zullen teruglopen. In diverse calculaties is gewerkt met een wereldmarktprijs van US$ 100 per barrel ruwe olie, maar die prijs is in de afgelopen periode gekelderd naar rond de US$ 60. Caram onderstreept dat de komende twee jaar relatief moeilijk zullen zijn voor de Surinaamse economie, omdat met name de wereldmarktprijs van goud en olie nog een stuk lager zullen blijven uitvallen. Sowieso waren 2013 en 2014 economisch gezien minder gunstige jaren ten opzichte van de groei in de jaren daarvoor, het is te verwachten dat de neerwaartse risico’s tenminste tot en met 2016 zullen blijven domineren. De econoom brengt voorts in herinnering dat de goudprijs flink is gedaald. Hij verduidelijkt dat bepaalde specifieke staatsinkomsten evenwel niet direct navenant zijn gedaald, omdat bepaalde contracten waren opgesteld tegen bepaalde, vooraf afgesproken, vaste wereldmarktprijzen. Als er weer een periodieke herziening plaatsvindt, zal dit uiteraard nog ongunstiger uitvallen voor wat betreft de staatsinkomsten. Onze economie heeft de afgelopen periode te maken gehad met een pijnlijke correctie, eerst op de goud – en vervolgens op de oliemarkt. Voorts investeert Staatsolie een bedrag tot een equivalent van 15% van het bruto binnenlands product in de uitbreiding van de olieraffinaderij. Newmont is onlangs gestart met de bouw van een nieuwe goudmijn waarmee een totale investering van 20% van genoemd product gemoeid is. Feit is, dat er een neerwaartse trend in de inkomsten in 2013 en 2014 was en dat dit, naar zeggen van Caram, in de komende twee jaar niet veel zal veranderen.