Bedrijfsleven vindt modernisering ontslagwetgeving belangrijk

Bij de bespreking van de ontwerpwet houdende bepalingen met betrekking tot de beëindiging van de dienstbetrekking door de werkgevers (Ontslagwet 2018), haalde de voorzitter van de commissie van rapporteurs, Patrick Kensenhuis, gisteren in De Nationale Assemblee (DNA) aan dat modernisering van de wetgeving noodzakelijk is.
Kensenhuis zei dit nadat de commissie de mening van het bedrijfsleven omtrent de Ontslagwet 2018 had gehoord. Hij benadrukte dat de commissie mee gaat met de modernisering van de ontslagwetgeving, omdat de arbeidswetgeving aangepast moet worden naar tijd en omstandigheden. Naast de modernisering, vindt het bedrijfsleven het volgens Kensenhuis ook belangrijk dat er een onafhankelijke instantie komt voor het behandelen van de ontslag-aanvragen.
Hij legde uit dat dit punt ook voorgehouden wordt aan het ministerie van Arbeid en de deskundigen, zodat er verder naar mogelijkheden gekeken kan worden om de behandeling van ontslagvergunningen onafhankelijk te laten plaatsvinden.
Middels een presentatie hield Kensenhuis het college voor wat de wet inhoudt en wat de oorsprong ervan is. Hij legde uit dat de ontslagwetgeving deel uitmaakt van de ontslagwet. Het ontslagrecht zoekt een oplossing voor conflicterende belangen van werkgever en werknemer in verband met het einde van de arbeidsovereenkomst. Volgens de literatuur is het ontslagrecht op de eerste plaatst gericht op de bescherming van de arbeider tegen ontslag, wat begrijpelijk is, omdat de arbeider zowel materieel als immaterieel een groot belang heeft bij het behoud van zijn dienstbetrekking. Kensenhuis stelt voor dat de ontslagbescherming van de arbeider niet zover kan gaan dat hierdoor een ontastbaar recht op continuering van zijn dienstbetrekking zou ontstaan. Dit recht vindt zijn begrenzing in het belang van de werkgever bij een goede functionering van de onderneming. Dit kan ertoe leiden dat arbeiders ontslagen worden die niet meer passen binnen het productieproces.
Diverse parlementariërs hebben kanttekeningen geplaats bij de ontslagwet. Patricia Etnel die ook deel uitmaakt van de commissie van rapporteurs, ziet graag dat er ook rekening gehouden wordt met de bescherming van kleine ondernemingen in de ontwerpwet. Ook Mahinder Jogi stelde enkele vragen over de overeenkomsten die er vandaag de dag zijn met toen het decreet in 1983 werd aangenomen.
Helaas was de minister van Arbeid, Soewarto Moestadja, vanwege ziekte niet in staat de vergadering bij te wonen. De vragen werden opgenomen door zijn collega Cristien Pollack. Bij de volgende vergadering zal de minister van Arbeid ingaan op de diverse vragen die gisteren zijn gesteld over de Ontslagwet 2018.

door Richelle Mac-Nack

More
articles