Carl Breeveld (DOE) is helemaal niet enthousiast over de verhalen van Regilio Dodson, minister van Natuurlijke Hulpbronnen (NH), over de skalians op het meer. De minister gaf eerst aan dat de skalians kwikresten aan het opruimen waren, nu vertelt de bewindsman dat er een misverstand zou zijn ontstaan over het bericht dat door Nationaal Informatie Instituut (NII) naar de media is verstuurd en zegt de minister, dat de skalians sinds december vorig jaar helpen met het onderzoek over kwikvervuiling en kwikgebruik. Ook verwijst hij naar het EITI, waar Suriname lid van is. Breeveld begrijpt dat Suriname lid is geworden van EITI, zoals de minister aanduidde, maar dat hij dit achteraf aanhaalt om zijn punt te maken is zeker niet goed te praten. “Beleid is vooruitzien en mensen daaromtrent informeren.” Dodson zegt dat de skalians het stuwmeer zijn overgestoken om de illegale ongekapte dammen open te breken. De skalians opereren op verschillende plekken.

Breeveld zegt dat de skalians zijn gericht op commercie, wat betekent dat indien de skalians daadwerkelijk de overheid helpt met het onderzoek, de regering ook daarvoor moet betalen. Het gaat volgens Breeveld om veel geld. “Gezien de overheid een wanbetaler is, denk ik niet dat zij zal betalen. Ze kan zelfs de dorpen in het binnenland niet voorzien van benzine”, aldus Breeveld.

Dodson heeft inmiddels aan de media verteld, dat de skalians kosteloos helpen met het onderzoek. De verzamelde data die voortvloeit uit het onderzoek, zal het ministerie gebruiken om na te gaan hoe zij het kwik uiteindelijk kan opruimen. Volgens de minister wordt er waarschijnlijk ook goud gevonden, maar dat is net genoeg om de benzine van de skalians te betalen.

De uitspraken van Dodson over DNA-leden en leden van de vaste commissie NH, als zouden zij zich te veel bekommeren om de skalians op het meer, kan Breeveld zich niet voorstellen. “Wat moeten wij dan anders doen. Wij zitten daar om de regering te controleren en de regering dient zich over elke vraagstuk te verantwoorden”, aldus Breeveld.

-door Kimberley Fräser-