Stichting 8 december 1982 blijft alert

De voorzitter van de stichting 8 december 1982, Sunil Oemrawsingh, zegt dat de stichting zich gesterkt voelt, gezien zij na een periode van tien jaar nu het punt hebben bereikt, dat de auditeur-militair de strafeis zal uitspreken.  Oemrawsingh zegt dat het besluit dat de Krijgsraad afgelopen maandag heeft genomen, te verwachten was van de kant van de nabestaanden. Dit zegt hij, omdat het juridisch team altijd de procedure heeft gevolgd die de wetgeving voorschrijft.

Ook geeft Oemrawsingh aan dat zij merkten dat de regering onder leiding van Desiré Bouterse, als hoofdverdachte, in eerste instantie van mening was dat dit proces niet ver zou komen. Naarmate het proces gestalte begon te krijgen, zijn er volgens Oemrawsingh verschillende tactieken gebruikt om dit te torpederen. Eerst heeft de regering de Amnestiewet toegepast, die van de tafel is geveegd door de Krijgsraad.

Daarna heeft de regering gebruik gemaakt van een ander instrument in de persoon van Sandew Hira, om onrust te zaaien in de samenleving over het 8 Decemberstrafproces.

Oemrawsingh vindt Hira een zwakkeling, die zich laat meesleuren door bepaalde belangen, terwijl zijn broer vernederd, gefolterd en uiteindelijk gedood is op 8 december 1982.

Ook dit heeft volgens hem niet mogen baten, de regering is toen overgegaan om artikel 148 van de Grondwet toe te passen. Echter is deze ook verworpen door de Krijgsraad, omdat het tegen de wetgeving is van Suriname. Oemrawsingh benadrukt dat de stichting op de uitspraak wacht van de auditeur-militair. Hij haalt daarbij ook aan dat de uitspraak niet alleen goed zal zijn voor de nabestaanden, maar ook voor Suriname. Daarom zal het hem bevreemden als er vrijspraak wordt gegeven aan de verdachten. Maar hij wijst er ook op dat mensen die tegen het strafproces zijn, alles zullen doen om de uitspraak van de auditeur-militair te ondermijnen. Daarvoor maakt de stichting zich ernstig zorgen en probeert daarom alert te blijven in de periode van nu tot 9 februari. Oemrawsingh zegt dat mensen groter willen zijn dan het recht en hoger willen zitten dan de Krijgsraad, alleen omdat zij geen straf willen. Oemrawsingh meent dat men zover kan gaan, dat zij een uitzonderingstoestand uitroepen voor Paramaribo. “Deze verdachten die omkleed zijn met macht, kunnen alles in het werk stellen om 9 februari geen voortgang te doen plaatsvinden”, benadrukt hij. Daarom roept hij het maatschappelijke middenveld op en organisaties zoals de Caricom, om het proces te volgen. Zodat zij erop kunnen inspelen. Oemrawsingh vindt het van groot belang dat de betrokken partijen de auditeur-militair in de gelegenheid stellen om hun zijn bevindingen te presenteren.

door Richelle Mac-Nack

 

More
articles