KOERSUNIFICATIE EN OMZETVERLIES

In het kader van het vermeerderen van de staatsinkomsten en ook de uiteindelijke stabilisering van de economie, en bevordering van haar groei, heeft de regering alvast besloten tot een aanzienlijke verhoging van de governmenttake en het unificeren van de wisselkoersen van de Surinaamse dollar ten opzichte van de US-dollar en de euro.  De verhoging van de governmenttake is een logisch gevolg van de unificatiekoers, die officieel bij de Centrale Bank SRD 7.52,- gold en naar ruim 14 SRD voor de dollar is gebracht. Brandstof per liter, zowel diesel als gasoline, kwam hierdoor boven de SRD 10,- te liggen. Zoals we al veel eerder schreven, heeft een dergelijke verhoging grote negatieve inflatoire gevolgen, omdat alles door zal worden berekend in goederen en diensten. Dan moet een minister ons geen “quatsch” komen vertellen, dat een koers van SRD 14,- allang door werd berekend door met name de groothandel. Maar de minister vertelde er wijselijk niet bij dat bij de douane, de koers ook van SRD 7.52,- naar boven de SRD 14,- is gegaan en dat die extra invoerrechten en accijnzen, ook zullen worden doorberekend in de prijzen van de producten, van welke soort die ook mogen zijn. De consument kreeg kort na de unificatie van de wisselkoersen, al snoeihard een mentale dreun, bij het bezichtigen van de rap gewijzigde prijzen in de winkels. Beschuldigingen aan het adres van de detailhandelaar waren dan ook niet van de lucht. Zulks geschiedde dan ook geheel ten onrechte. Het zit namelijk zo dat de groothandelaar bij het merken van koersstijgingen, gelijk ertoe overgaat de nieuwe koers door te berekenen op goederen die reeds enige tijd geleden in zijn magazijn zijn gearriveerd. De handelaar doet zulks, omdat hij ook bij toekomstige orders, de deviezen moet neertellen die hij voor de gewijzigde unificatiekoers of hoger heeft gekocht. Hij berekent dan ook onmiddellijk de nieuwe koersen door in de prijzen van de producten die hij aan de kleinhandelaar presenteert. En juist daarom heeft de consument gelijk na het unificeren van de wisselkoersen door de Centrale Bank, de prijsstijgingen in de winkels geconstateerd. Dit soort situaties hebben we in de Revo-periode en gedurende de regering Wijdenbosch, eerder meegemaakt en in alle gevallen werd de consument het grote slachtoffer en daalde de koopkracht op drastische wijze. Wat momenteel ook plaatsvindt, is dat veel bedrijven hun omzet op schrikbarende wijze zien dalen, omdat de consument weer op grote schaal gedwongen is zijn of haar prioriteiten en wel voor de zoveelste keer, bij te stellen. Niet elk handels- of productiebedrijf is in staat, zijn prijzen ook à la dol te verhogen, omdat zulks gelijk tot een daling in de afname van de goederen zal leiden. En dat allemaal simpelweg omdat de koopkracht nu verder uitgehold is geraakt. En toch verwacht men zeker in kringen van de overheid, dat bedrijven niet tot afvloeiing van werknemers zullen overgaan. De vraag die nu rijst, is: wie houdt dit vol en wie niet? En dan te bedenken, dat er nog meer doemscenario’s volgen op de weg die de overheid wenst te bewandelen richting IMF. Dit fonds eist nog meer knellende maatregelen ter hervorming en het herstel van de economie. Stopzetting van nog meer subsidies staat in het verschiet, we denken daarbij aan hogere kosten voor nutsvoorzieningen. Allemaal eisen die gesteld worden door het IMF om over te kunnen gaan tot een forse geldinjectie aan de regering Santokhi. Het laatste zal leiden tot nog meer lijden van deze samenleving, die het nu toch al zo moeilijk heeft. Het is nu reeds bekend, dat heel wat bedrijven niet in staat zijn de koersen die boven de SR 14,- voor de dollar en de euro liggen, door te berekenen in hun producten en diensten en die moeten maar zien hoe ze het redden.  De gang naar het IMF is een optie, die als zeer pijnlijk zal worden ervaren door de gehele gemeenschap en in het bijzonder de mensen met een modaal inkomen. Het is daarom meer dan verstandig als de regering Santokhi ook naar andere modellen uitkijkt om Suriname uit het slob te halen, want we weten wat er allemaal is gebeurd in Griekenland en Venezuela door het toepassen van structurele aanpassingsmaatregelen. Sociale erupties waren daar de gevolgen van.

 

More
articles