Controle belangrijk aspect industriële hennepteelt

Bij de bespreking in het parlement betreffende de teelt van hennep ten behoeve van industriële doeleinden, is gebleken dat controle een belangrijk aspect is van het geheel. Roché Hopkinson, initiatiefnemer van de Wet Industriële Hennepteelt, zei dat een stap wordt gezet in de richting van een nieuwe industrie voor Suriname. Hij is van mening dat een sterk instituut neergezet moet worden dat een bepaalde onafhankelijkheid, autonomie en transparantie heeft met minimale overheidsbemoeienis.
Minister Rabin Parmessar van Landbouw, Veeteelt en Visserij, gaf aan dat het gaat om een nieuwe tak van industrie waar Suriname nog de nodige ervaring mee moet opdoen. “Er is nog heel wat studie en toetswerk dat verricht en bijgesteld moet worden in de komende jaren, maar de basis is dat we het op een verantwoorde manier doen”, sprak hij. Parmessar is voorstander van een praktische en transparante vorm waarbij snel op zaken ingespeeld kan worden. De minister gaf aan dat de voorstellen van de leden gehoord zijn en binnen tien dagen verwerkt zullen worden.
Hij garandeerde dat het ministerie zal werken aan een goede controle op de industriële hennepteelt.
Volgens Hopkinson moeten minstens twee zaken worden opgenomen in de wet. Ten eerste de intellectual property rights. “Wanneer de industrie opgezet wordt, zal het geld niet alleen zitten in de teelt, maar men zal ook onderzoek doen naar nieuwe soorten van zaden waar men patent op zal aanvragen en daarin zit het grote geld. Het is van belang voor Surinamers en buitenlanders, dat dit wordt opgenomen in de wet”, zei Hopkinson. Ten tweede moeten wij volgens Hopkinson fouten die gemaakt zijn in de wereld, niet herhalen. “Het is onethisch om een industrie op te zetten waarbij wij de boeren in de gelegenheid stellen om met genetisch gemanipuleerde zaden te werk te gaan. Suriname moet zich focussen op die niche markt waarbij wij met alleen natuurlijke zaden te werk gaan”, aldus Hopkinson.
Ingrid Karta Bink (PL), lid van de commissie van rapporteurs, gaf aan dat industriële hennep geen drug is, maar dat het een gevoelige materie is, omdat er heel wat kwaadwilligen zijn die gedachten van misbruik hebben. Karta-Bink zei dat het belangrijk is dat er controle wordt uitgeoefend op de nieuwe industrie. Hierover heeft zij enkele vragen gesteld aan minister Parmessar. Zij wilde onder andere weten als er een proeftuin is voor hennep, zoals dat het geval is bij podosirie.
Van de 50 hennepsoorten die geteeld worden, wilde Karta-Bink weten welke geschikt is voor ons tropisch klimaat. Belangrijk is volgens haar ook, dat de soort die gebruikt zal worden, een laag Tetrahydrocannabinol (THC) gehalte van maximaal 0,3 procent zal hebben. Zij wilde daarnaast ook weten als er al goede functionerende apparaten zijn voor het testen van de planten. Ook de logistieke middelen om de monsters dezelfde dag naar het laboratorium te brengen voor analyse, moeten aanwezig zijn. Karta-Bink vroeg welke landen de gecertificeerde hennepzaden produceren, in welke gebieden in Suriname er geteeld zal worden en hoeveel hectare ter beschikking wordt gesteld en in welke districten.

-door Priscilla Kia-

More
articles