SCHREDEN GEZET TOT TOEPASSING CENSUUR

Als men een hond wil slaan, kan men licht een stok vinden. En dit is zeker van toepassing op de gezochte reden van de overheid cq het ministerie van Openbare Werken  Transport en Communicatie  om  de heer Faried Pierkhan in zijn radioprogramma ‘’Zeven Even’’  via  het communicatie netwerk R.B.N., het zwijgen op te leggen.  OWTC somt in een brief allerlei drogredenen op, waaruit zou moeten blijken, dat de heer Pierkhan in zijn radioprogramma  lasterlijk , leugenachtig en door middel van verdraaiingen van feiten, zaken in de ether zou slingeren.  De heer Pierkhan zou onnodig beledigend, de regering en andere burgers bespreken. Ook leden van politieke partijen zouden door Pierkhan in het programma, op de korrel worden genomen. De eigenaar van het medium zou voorts in strijd handelen met artikel 5 van de resolutie van 14 april 2009 no.3394/09.  Ook zouden in het programma volgens het schrijven van OWTC aan Pierkhan, etnische tegenstellingen worden aangewakkerd.  Het wetboek van Strafrecht wordt in het schrijven aan de media-directeur aangehaald, maar er wordt niet specifiek aangegeven, wat de man in zijn programma allemaal fout heeft gedaan. De schrijver van het epistel kan duidelijk geen echte houvast vinden om Pierkhan van daadwerkelijke laster of smaad te betichten. Een dreigement is wel heel duidelijk vervat in het schrijven en Pierkhan wordt gesommeerd met ‘’Zeven Even’’ te stoppen. Bij de media weten we allemaal, wat voor ‘’wapen’’ OWTC in deze in handen heeft om de vrije meningsuiting geweld aan te doen en dat is het weghalen van de radiozender bij R.B.N. want die wordt verstrekt door Telesur.  De leiding van het ministerie van OWTC dient echter ook te weten, dat we nog steeds in een democratische rechtsstaat leven en dat de vrije meningsuiting en de persvrijheid in hem gewaarborgd zijn. Ons Wetboek van Strafrecht biedt de mogelijkheid  aan een ieder naar de kortgedingerechter te stappen, indien die vindt dat er sprake is geweest van laster of smaad. Ook OWTC heeft daartoe de mogelijkheid. Wat het thans tracht te doen, is Pierkhan het zwijgen op te leggen, omdat men zeer gevoelig is bij deze regering voor kritiek. De regering Bouterse mag volgens haar wel de ruimte hebben om dagelijks  personen en instanties te beschimpen via de onder haar controle staande staatsmedia. Wat er dagelijks via “Bakana Tori” wordt gelanceerd, is voor veel landgenoten ook aanstootgevend, maar die hebben niet de macht om indirect met intrekking van een radiozender te dreigen. Het is goed dat we in deze samenleving zaken goed op de voet volgen. Het moet voor een ieder duidelijk zijn, dat een in de verdrukking geraakte NDP regering niet gediend is van kritiek uit kringen van politiek andersdenkenden. De vrije pers dient deze ondemocratische stappen van deze regering goed op de voet te volgen, want men is thans doende de eerste schreden te zetten naar het muilkorven van de vrije media en daar moet aanhoudend verzet tegen worden geboden. Als men een hond wil slaan, kan men licht een stok vinden. En dit is zeker van toepassing op de gezochte reden van de overheid cq het ministerie van Openbare Werken  Transport en Communicatie  om  de heer Faried Pierkhan in zijn radioprogramma ‘’Zeven Even’’  via  het communicatie netwerk R.B.N., het zwijgen op te leggen.  OWTC somt in een brief allerlei drogredenen op, waaruit zou moeten blijken, dat de heer Pierkhan in zijn radioprogramma  lasterlijk , leugenachtig en door middel van verdraaiingen van feiten, zaken in de ether zou slingeren.  De heer Pierkhan zou onnodig beledigend, de regering en andere burgers bespreken. Ook leden van politieke partijen zouden door Pierkhan in het programma, op de korrel worden genomen. De eigenaar van het medium zou voorts in strijd handelen met artikel 5 van de resolutie van 14 april 2009 no.3394/09.  Ook zouden in het programma volgens het schrijven van OWTC aan Pierkhan, etnische tegenstellingen worden aangewakkerd.  Het wetboek van Strafrecht wordt in het schrijven aan de media-directeur aangehaald, maar er wordt niet specifiek aangegeven, wat de man in zijn programma allemaal fout heeft gedaan. De schrijver van het epistel kan duidelijk geen echte houvast vinden om Pierkhan van daadwerkelijke laster of smaad te betichten. Een dreigement is wel heel duidelijk vervat in het schrijven en Pierkhan wordt gesommeerd met ‘’Zeven Even’’ te stoppen. Bij de media weten we allemaal, wat voor ‘’wapen’’ OWTC in deze in handen heeft om de vrije meningsuiting geweld aan te doen en dat is het weghalen van de radiozender bij R.B.N. want die wordt verstrekt door Telesur.  De leiding van het ministerie van OWTC dient echter ook te weten, dat we nog steeds in een democratische rechtsstaat leven en dat de vrije meningsuiting en de persvrijheid in hem gewaarborgd zijn. Ons Wetboek van Strafrecht biedt de mogelijkheid  aan een ieder naar de kortgedingerechter te stappen, indien die vindt dat er sprake is geweest van laster of smaad. Ook OWTC heeft daartoe de mogelijkheid. Wat het thans tracht te doen, is Pierkhan het zwijgen op te leggen, omdat men zeer gevoelig is bij deze regering voor kritiek. De regering Bouterse mag volgens haar wel de ruimte hebben om dagelijks  personen en instanties te beschimpen via de onder haar controle staande staatsmedia. Wat er dagelijks via “Bakana Tori” wordt gelanceerd, is voor veel landgenoten ook aanstootgevend, maar die hebben niet de macht om indirect met intrekking van een radiozender te dreigen. Het is goed dat we in deze samenleving zaken goed op de voet volgen. Het moet voor een ieder duidelijk zijn, dat een in de verdrukking geraakte NDP regering niet gediend is van kritiek uit kringen van politiek andersdenkenden. De vrije pers dient deze ondemocratische stappen van deze regering goed op de voet te volgen, want men is thans doende de eerste schreden te zetten naar het muilkorven van de vrije media en daar moet aanhoudend verzet tegen worden geboden.
***
Staan ons wederom aanzienlijke prijsverhogingen in de winkels te wachten? Deze vraag kan gerust gesteld worden naar aanleiding van verhoogde kosten voor importeurs als gevolg van een 100 procent controle over de inhoud van stalen vrachtcontainers in de loodsen van scheepvaartagenten nabij de Dr Jules Sedney Haven. Importeurs moeten naar wij vernemen thans op zijn minst 150 dollar extra betalen bij extra container controle aan de scheepvaartagenten, die hun faciliteiten ter beschikking stellen  voor de 100 procent douanecontrole. Zware vertragingen en extra financiele kosten zijn daar thans het resultaat van en die extra kosten zullen, als er geen verandering optreedt, zeker door de importeur aan de consument worden doorberekend.  Vanuit het bedrijfsleven is met grote verontwaardiging gereageerd op deze extra kosten, die goederen in de winkels zeker weer duurder zullen maken. Vanwege het ministerie van Financiën is boos gereageerd op de extra kosten die men thans in rekening brengt voor de voormelde controle.  Men moet bij dit ministerie wel rekening houden, dat er extra arbeid aan te pas komt om alle containers te ‘’ strippen’’ om de 100 procent controle mogelijk te maken en daarvoor moet betaald worden. Het ministerie zal daarom een andere manier moeten uitzoeken om de controle tegen veel lagere kosten mogelijk te maken. Doet ze dat niet, dan zal deze maatregel zeker een inflatoire werking hebben in de winkels en betaalt de consument voor de zoveelste keer het gelag.

More
articles