DECENNIALANGE PLUNDERING

De Guyanese regering onder leiding van president Irfaan Ali en zijn secundant  Bharrat Jagdeo, proberen al vele maanden de Surinaamse regering zover te krijgen om buiten de bestaande visserijwet van ons land om, 150 visvergunningen aan Guyanese vissers te verstrekken. Om deze twee Guyanezen, die vermoedelijk veel te vroeg allerlei beloften hebben gedaan aan hun eigen vissersvolk, tevreden te stellen, zou de Surinaamse regering zelf zover moeten gaan om in de huidige wetgeving te gaan knoeien. Wie zijn eigen land benadeelt ten voordele van een externe natie, kan gerust als landverrader worden neergezet. Zowel Irfaan Ali als Jagdeo, mag geen moment denken, dat de Surinaamse regering handelingen gaat plegen die haar landverraad zal opleveren.

We weten door de vele publicaties over de kwestie rond de verlangde visvergunningen al voldoende, en ook waarom men zo gebrand is ze te verkrijgen. Guyana zijn visgronden zijn al jaren door zijn eigen vissers leeggehaald en daarom is het ook decennialang zo, dat de Guyanese vissers oostwaarts varen om naar hartenlust te kunnen plunderen. Irfaan Ali en Jagdeo zijn twee grote hypocrieten die zogenaamd nu naar visvergunningen zoeken voor hun vissers, terwijl ze heel goed weten dat deze lui al tientallen jaren hier op illegale wijze bezig zijn te stropen met gehuurde en gekopieerde visvergunningen. Weer anderen vissen binnen onze territoriale wateren en in al onze rivieren op illegale wijze zonder een vergunning. Keerpunt heeft op een gegeven moment zelf een Guyanese vissersboot waargenomen, die afgemeerd lag te Witagron. Dat wil zeggen, dat men tot diep in onze rivieren komt om te stro-pen. Zelfs ten noorden van Albina, liggen de Guyanese vissersboten aangemeerd en wie controleert daar of deze lui, nou wel of niet over een visvergunning beschikken?

En juist omdat er geen haan naar kraait, worden deze lui steeds brutaler en worden nu ook geschraagd door Irfaan Ali en Jagdeo.

Men is nu zelfs zo vrijpostig door stappen te ondernemen om onze gezagsdragers zover te krijgen, in strijd met de visserijwet te handelen. Wie schopt Jagdeo en Irfaan Ali te denken, dat ze hier in Paramaribo willen bepalen hoe wij onze visserijsector wensen te runnen? Laat het heel duidelijk zijn, de Guyanezen zijn steeds vrijpostiger geworden in onze wateren, omdat wij ze de gelegenheid daartoe hebben gegeven. In ons offshore gebied tussen de monding van de Coppename- en de Corantijnrivier, gedragen de Guyanese vissers zich heel gewelddadig en hebben elkaar menigmaal daar afgeslacht. Ook in deze regio schieten wij in de controle buitengaats ruimschoots tekort. We hebben een Nationaal Leger en Kustwacht die wel zouden kunnen optreden, maar zeer onvoldoende middelen krijgen om op een tastbare wijze te kunnen patrouilleren en controleren dat de illegale visserij wordt beteugeld. Suriname is een soevereine republiek met landsgrenzen waar nog steeds het nodige over kan worden gezegd. Maar toch moeten wij in staat zijn de territoriale integriteit van dit land te beschermen, maar ook daar slagen wij zeer slecht in.

De huidige bevelhebber van het Nationaal Leger, kolonel Werner Kioe A Sen, heeft misschien wel de manschappen, maar ontbeert voldoende middelen om tal van vormen van criminaliteit aan de landsgrenzen te kunnen bestrijden. Zowel in het noorden aan de Atlantische Oceaan als in het oosten aan de Marowijne- en de Lawarivier en in het westen, en de bewaking van de Corantijnrivier, kan Kioe A Sen niet goed uit de voeten wegens ontbrekend materiaal en materieel. Criminele activiteiten kunnen dan ook zeer gemakkelijk in deze grensgebieden worden ontplooid. We willen daarbij de illegale visserij, drugssmokkel, illegale immigratie, mensensmokkel, kwik- en goudsmokkel aanhalen. Keerpunt durft gerust te praten van een chaotische toestand, waar geen kruid tegen gewassen schijnt te zijn.

En juist omdat al dit soort uitwassen mogelijk zijn en ongestoord door kunnen gaan, worden wij in het buitenland al geruime tijd gezien als schurkenstaat, waar eenieder naar hartenlust kan rommelen en ongestraft wegkomen.

En juist omdat we heel slecht of niet controleren aan onze grenzen, spelen wij misdadigers en illegalen voortdurend in de kaart. En wanneer we dit allemaal binnen zouden kunnen houden buiten de publiciteit om, dan zou ons imago er niet zo slecht voor staan.

Maar in deze moderne 21e eeuw met internet, ziet en hoort de hele wereld wat zich hier afspeelt en dan kunnen we met geen mogelijkheid verwachten, dat investeerders op stel en sprong hierheen zullen willen komen met hun kapitaal.

Om terug te komen op de Guyanezen en hun vissersvergunning, moet glashard gezegd worden, dat Irfaan Ali en Jagdeo hun vissersvolk zaken hebben beloofd die niet gerealiseerd kunnen worden en dat men thans zelfs ertoe wenst over te gaan, Surinaamse investeerders die in Guyana zaken hebben opgezet, te saboteren, omdat wij niet bereid zijn de ruimte te creëren, zodat Guyanese vissers hun plundering van onze visgronden in nog hogere versnelling kunnen brengen. Irfaan Ali en Jagdeo kunnen nimmer verwachten, dat wij Guyanezen nog rijker zullen maken ten koste van onze natuurlijke hulpbronnen. Onze vis belandt op borden van Amerikanen en de baten belanden in de zakken van Guyanezen. Welk land geeft zijn natuurlijke hulpbronnen op een dergelijke manier weg aan vreemdelingen, zonder er zelf veel beter van te worden? Het is te hopen dat het kabinet Santokhi zich niet laat intimideren door geen enkele Guyanees en voet bij stuk houdt. Er gaat geen enkele visvergunning richting nog meer Guyanese rovers.

More
articles