PODIUMTAAL EN VRAAG EN AANBOD

Suriname heeft in de laatste weken te maken met rap stijgende wisselkoersen van de SRD ten opzichte van de Amerikaanse dollar en de Euro. Deze onaangename ontwikkeling heeft grote negatieve gevolgen voor de loontrekker, maar ook voor het bedrijfsleven. De loontrekker ziet zijn koopkracht snel verder afnemen en het bedrijfsleven kan geen pijl trekken op stabilisatie in de bedrijfskosten en is voortdurend bezig bij te stellen, en dat heeft ook tot gevolg een dalende omzet. Die dalende omzet heeft alles te maken met een aflopende afname van bijvoorbeeld producten, door een verder verzwakte koopkracht. Door deze stijgende wisselkoersen voor vreemde valuta en stijgende prijzen voor goederen en diensten, loopt de onvrede bij de samenleving ook op en wordt steevast de vraag gesteld, wat voor maatregelen de overheid neemt om de stijgende wisselkoersen onder controle te krijgen en in het gunstigste geval, te doen verlagen. Er zijn verschillende oorzaken, waarom de koersen ineens zo snel zijn gestegen en dat die thans richting SRD 30,- voor een dollar gaan. Er is bijvoorbeeld veel te veel SRD in omloop en dat biedt de ruimte om vreemd geld te kopen, althans bij mensen die over heel veel SRD beschikken. Ook is er volgens recente meldingen, via een omweg toch weer meer SRD in omloop gekomen en dat verklaart natuurlijk wel de stijging in de wisselkoersen. Wat natuurlijk al jaren speelt, is dat wanneer er op een gegeven moment meer vraag dan aanbod voor vreemde valuta is, dan bewegen de wisselkoersen zich in opwaartse richting en dat is precies wat nu gaande is. Natuurlijk zijn er speculanten die een snelle winst willen realiseren. Deze lieden zijn zonder meer kwaadwillig bezig en houden totaal geen rekening met de ellende, waarin het volk al geruime tijd verkeert. De doorsnee burger die geen flauwe notie heeft van hoe wisselkoersen tot stand komen, speelt gelijk de “zwarte piet” richting de overheid en vindt dat zij maar zo snel als mogelijk een toverformule dient te bedenken, om de wisselkoers onder controle te krijgen en te verlagen. Politici die de ontevredenheid bij de achterban voelen, proberen dan uit onmacht en door middel van podiumtaal, de koersen te beïnvloeden. We hebben gezien dat de vicepresident gedreigd heeft maatregelen te zullen treffen tegen met name cambiohouders, banken en de Centrale Bank, als de koersen niet snel beteugeld worden. Nou, de vicepresident dient te weten, dat er financiële en economische wetmatigheden zijn, die je niet met een dreigement kan beïnvloeden. Al vanaf 2011, is er sprake geweest van koersstijgingen en die zijn op een bepaald moment helemaal onder beheersing beland van het mechanisme van vraag en aanbod. Als er een grote vraag is en een kleiner aanbod, zullen de koersen stijgen. Is het aanbod groter dan de vraag, dan blijft de koers stabiel of kan zelfs een beetje zakken en dat dient de vicepresident goed te beseffen. Wanneer je toevallig waarneemt als president, moet je heus niet denken, dat je koersen door dreigementen omlaag zal kunnen brengen. De mensen die het grote geld in hun brandkasten hebben, zullen het echt niet voor lager aan de man brengen door een dreigement. Het is Bouterse niet gelukt en het zal de huidige president ad-interim, ook niet lukken. Bovendien is het bedreigen van een governor van de Centrale Bank, zeer ongepast en zal niets aan de koersnotities veranderen. Alleen door goed overleg met de zogeheten “stakeholders”  en voldoende valuta voor importeurs voor een redelijke wisselkoers, zal de rust wederkeren en het gemor van de achterban afnemen. De waarnemende president dient zich naar de mening van ingewijden, wat meer bezig te gaan houden met financieel-economische vraagstukken, om te begrijpen hoe het allemaal in elkaar steekt, en dat je niet zomaar met een dreigement en podiumtaal voor een achterban, wisselkoersen positief kan beïnvloeden. Vanaf begin 1983, hebben we te maken gehad met het vraagstuk van stijgende  wisselkoersen en dat had allemaal te maken met de totale vernietiging van de monetaire reserves in de Centrale Bank, waardoor destijds de Surinaamse gulden ook sterk in waarde daalde. Hetzelfde is gebeurd met een Hoefdraad op de Centrale Bank van Suriname. Ook onder Hoefdraad werd de bestaande monetaire reserve naar vrijwel nul teruggebracht, en ging ook de dekking van de SRD teloor. We hebben sindsdien, ook te maken met een mechanisme van vraag en aanbod bij het bepalen van de hoogte van wisselkoersen voor dollar en euro. Zolang Suriname niet echt gaat werken aan een veel hogere productie, gericht op de export en veel meer verdiensten in vreemde valuta, zullen wij constant geconfronteerd worden met stijgende wisselkoersen voor harde vreemde valuta. Geen enkel dreigement van welke politicus, dan ook zal de koersen omlaag brengen. Wat wél kan gebeuren, is dat de kapitaalkrachtige handelaren het geld nog strakker gaan vasthouden, hetgeen zal resulteren in meer schaarste en een verdere stijging van de wisselkoersen voor vreemde valuta.

More
articles