Nationaal export- en valuta verdienbeleid noodzakelijk

In het Suriname Country Profile van de Centrale Bank van Suriname van augustus 2022 is er aangegeven, dat er in 2021 meer dan USD 2.2 miljard aan exportinkomsten is geregistreerd. “Dit bedrag behelst alleen de exporten. Hierbuiten is gelaten alle valuta inkomsten van personen en bedrijven in Suriname (transacties die plaatsvinden binnen Suriname). Indien deze cijfers ook geregistreerd worden, biedt dit mogelijkheden voor de staat om meer valuta te werven”, aldus de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), in de laatste editie van INZICHT. Volgens de VES, is een sterke ontwikkeling van de productie en productiviteit essentieel voor het herstel, de opbouw en groei van onze economie is. “Hierbij is het van belang dat we ons richten op de productie en export van goederen en diensten, waarbij een deel van de verdiende valuta terugvloeit naar Suriname. Dit is nodig voor enerzijds investeringen in diverse productie- en exportsectoren en anderzijds de ontwikkeling van alle overige sectoren, waaronder onderwijs, gezondheidszorg, rechtsstaat en democratie en de voortbrenging van collectieve goederen.”

Valuta verdienbeleid

Volgens de VES, staat het ontwikkelen van een integraal beleid centraal, dat gericht is op exportbevordering en een valuta verdienbeleid. “Helaas ontbreekt dit in het huidige beleid van de regering. In Suriname zijn er diverse valuta verdiensectoren en beroepsgroepen die voor hun goederen en diensten naast SRD’s ook valuta (USD en/of Euro) ontvangen. Deze kunnen we onderverdelen in de exportbedrijven van goederen (goud, olie, hout, rijst, bananen, groenten, fruit, vis, vlees, enz.), de verzekeringsmaatschappijen (klanten die hun polis in valuta betalen). De verhouding van ontvangsten in SRD en valuta verschilt per sector / bedrijf / activiteit.  Daarnaast moeten we de banken niet vergeten, want bedrijven die valutaleningen hebben, lossen af in valuta. Ook ICT bedrijven, outsourcingsbedrijven die projecten uitvoeren voor buitenlandse opdrachtgevers, Ingenieursbureaus, architecten, belastingadviseurs, adviesbureaus, advocatenkantoren, notariaten, accountants, artsen en specialisten, enz. Tot slot de importeurs, autohandelaren, reisbureaus, vliegmaatschappijen, hotels, touroperators, makelaars, bouwbedrijven, transportbedrijven, constructiebedrijven, opleidingsinstituten, staatsbedrijven, enz. die goederen/diensten verkopen/leveren in valuta.

Retentieregeling over de hele linie

“De productie van goederen en diensten vindt plaats op het grondgebied van Suriname waarbij de gebruikmaking van de gemeenschappelijke faciliteiten (collectieve goederen) en natuurlijke hulpbronnen per sector verschilt. Ter facilitering van de nationale ontwikkeling is het van belang dat een deel (bijvoorbeeld 20%) van de winst ontvangen in valuta, verplicht wordt ingewisseld bij de CBvS en de commerciële banken tegen de CBvS koers. Voorwaarde hierbij is dat de CBvS koers niet lager mag zijn dan de straatkoers”, aldus de VES.

Productie- en exportontwikkeling

De VES adviseert, dat een instituut zich zal bezighouden met de ontwikkeling van alle sectoren gericht op vergroting van de valuta verdiencapaciteit. Belangrijke taken van het instituut zijn:

  1. Administratie en databeheer van alle valuta verdienactiviteiten. Hierbij zal er een sterke relatie zijn met overheidsdiensten (zoals belastingkantoor, douane), CBvS en commerciële banken.
  2. Identificatie van valuta verdienmogelijkheden en nieuwe markten voor Surinaamse producten en diensten.
  3. Bijhouden van de retentieregeling en de aanwending door de overheid.
  4. Onderzoek in de brede zin naar valuta generering, productie- en exportontwikkeling.

Draagvlak voor het instituut en de retentieregeling

Voor de implementatie van het beleid en het instituut is volgens de VES draagvlak en acceptatie noodzakelijk. Om een zo groot mogelijk draagvlak te werven, dienen de volgende zaken in acht te worden genomen:

  1. Niet-politieke inrichting van het instituut en het beleid met deskundige bemensing van het instituut.
  2. Vertegenwoordigers van valuta verdiensectoren in de organisatiestructuur.
  3. Onafhankelijke positionering van het instituut met een wettelijke grondslag.
  4. Beschikbaarstelling van een eigen budget voor het instituut (bepaald percentage van de retentieopbrengsten).
  5. Duidelijke accountability en check and balances.
  6. Rapportage van de aanwending van de retentiemiddelen.

Instituut

“Het instituut zal zich moeten richten op de ontwikkeling van een sterk ‘export- en valuta verdienbeleid’, waarbij personen en bedrijven worden gestimuleerd om meer valuta te verdienen. Dus groei van de bestaande valuta verdienbedrijven en een toename van het aantal van deze bedrijven. Hiermee genereren we meer bedrijvigheid en dynamiek in Suriname en een toename van de valuta-inkomsten. Alleen het vergroten van de valuta verdiencapaciteit van ons land in combinatie met de aanpak van corruptie en versterking van de instituten, zal uiteindelijk resulteren in het herstel van de financieel-economische crisis waarin wij zitten”, benadrukt de VES.

More
articles