COMPLIANCE DIALOOG 3: Wilson & Breeveld

TABTO Group NV(www.tabtogroup.com) biedt op het gebied van Compliance sinds 2019 middels organisatieadvies, begeleiding van transitie- en implementatietrajecten, awareness sessies en trainingen ondersteuning aan bedrijven – waaronder het notariaat, makelaars, banken en pensioenfondsen – om te voldoen aan de eisen van de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties (MOT)/Anti Money Laundering & Countering Financing Terrorism en Wet Identificatieplicht Dienstverleners (WID). TABTO publiceert momenteel een serie artikelen onder de naam ‘Compliance Dialoog’ met als doel  in het kader van de National Risk Assessment de sense of urgency in Suriname te vergroten voor de uitvoering van de 4th Mutual Evaluation door de Caribbean Financial Action Task Force in Q1 2021. Winston Wilson, bestuurskundige en transitiespecialist, treedt deze week namens TABTO in dialoog met Carl Breeveld, voormalig DNA- lid DOE c.q. voorvechter van de Anti-corruptiewet, met als topic: Wat is de rol van een Anti-corruptiewet in het groter geheel van Compliance?

 

Corruptie houdt armoede in stand

Wilson geeft aan dat financiële waakhonden eerder aan Suriname vanwege veronderstelde politieke instabiliteit, een zwak rechtssysteem, slechte kwaliteit van de instituten en een groot gebrek aan controle en handhaving op corruptie, een default status hadden toegekend. Hij onderstreept dat corruptie de cyclus van armoede in stand houdt en zwakkeren in onze samenleving benadeelt. Breeveld onderschrijft dit en verduidelijkt dat hoewel elke zandkorrel in Suriname is gepolitiseerd, een sterk maatschappelijk middenveld via de vakbeweging, kerken en het bedrijfsleven tegenwicht kan bieden. Daarnaast is voorlichting ter voorkoming en over de gevolgen van corruptie essentieel.

Wilson wijst erop dat de volksvertegenwoordiging er voor alle mensen moet zijn. In het belang van een klein groepje worden zaken echter nog te veel gejuridiseerd, politiek mee bedreven of vaag gehouden. Maar uiteindelijk gaan wij allen de problemen gerelateerd aan corruptie en integriteit ondervinden, met als gevolg de armoede van ons volk. Wilson beklemtoont dat Suriname transparante, eerlijke systemen nodig heeft, waarbij het rechtssysteem zowel de kippendief als de witte boordencrimineel op gelijke wijze berecht.

Anti-corruptiewet

Wilson heeft vraagtekens wat er moet gebeuren om deze wet écht tot leven te brengen. Breeveld wijst erop dat deze wet wel is afgekondigd, maar dat de uitvoering het probleem is. Allereerst moet wat in die wet staat ook worden uitgevoerd. Denk aan de bepaling dat de vermogens van diverse publieke personen – waaronder, politici, departementsdirecteuren, districtscommissarissen en raden van commissarissen –  aan het begin van hun ambtstermijn bij een notaris moeten worden vastgelegd. Ten tweede het benoemen van de Anti-corruptie Commissie. Breeveld stelt dat die Commissie onder druk van de samenleving nu écht moet komen.

 Behoorlijk bestuur

Breeveld geeft aan dat ook de Wet Openbaarheid van Bestuur en de Aanbestedingswet er absoluut moeten komen, zodat de burger inzage krijgt in het handelen van de overheid. Ook een Wet op de Ombudsman, waarbij burgers hun klachten over overheidshandelen kunnen indienen, acht hij noodzakelijk. Handhaving van de Comptabiliteitswet en Wet op de Jaarrekening is eveneens van belang. Vermeldenswaardig is dat de President in zijn speech tijdens de inauguratie het voorzien in een aanklager bij het OM gespecialiseerd in corruptiezaken en het aanpakken van belastingontduiking aan de orde stelde.

Moreel besef

De weerbarstige praktijk laat zien dat het plegen van corruptie zich tot norm schijnt te verheffen in onze samenleving. Teveel Surinamers hebben zich doorgaans een gelaten houding aangemeten van “het is nu eenmaal zo’. Breeveld hamert erop dat door opvoeding, onderwijs en vorming een moreel besef moet worden aangezwengeld. Mensen die goede voorbeeldrollen vervullen – waaronder invloedrijke onderwijzers en krachtige leiders – zullen zorgen dat het onmisbare moreel besef ontstaat en die gelatenheid verdwijnt. Volgens Wilson wordt deze gelaten houding versterkt doordat corruptief en frauduleus gedrag veelal niet worden gesanctioneerd. Wanneer het justitieel apparaat goed functioneert, ontstaat een andere mentaliteit.

 National Risk Assessment (NRA)

Wilson concludeert dat Suriname nu op de lijst van de Worldbank aangaande “The Ease Of Doing Business” van de 190 landen op de 162ste plaats staat. De NRA kan ook in kaart brengen of onze systemen gecorrumpeerd zijn en of wij kwalitatief goede instituten hebben. Dit biedt kansen voor de aanpak van corruptie, vergroting van transparantie en toename van rechtszekerheid. In het kader van de MOT/WID wet- en regelgeving is gelet op het onevenredig groot aantal stichtingen in Suriname, speciale aandacht voor de herkomst van gelden, alsook de financiering van Politieke Partijen en “Weldoeners” van bijv. voetbalclubs en kerken. Ook moeten o.a. banken, notarissen, advocaten, makelaars een verscherpt cliëntenonderzoek uitvoeren bij politiek prominente personen en hun familieleden. Dit draagt bij aan het minimaliseren van corruptie en fraude. Dit wordt onderstreept door de President die het elimineren van risico’s van witwassen en terrorismefinanciering op de politieke agenda voorrang zal geven. Daarop voortbordurend vraagt Wilson welke kansen de NRA biedt aan Suriname. Allereerst accentueert Breeveld het neerzetten van een goede naam. Voorts zal een planmatige aanpak van zaken bevorderlijk zijn voor het aantrekken van buitenlandse investeerders en vindt hij de noodzaak om zaken te doen op basis van die standaarden positief voor ons land. Alles overwegend meent Breeveld dat integer en professioneel handelen in Suriname helaas nog niet vanzelfsprekend is. “Het gaat er niet om wie je kent, maar dat zaken gewoon professioneel worden afgehandeld”. Om er samen voor te gaan heb je een kritische massa nodig!

 Transitie

Wilson merkt op dat de gehele natie Suriname in een andere richting moet worden meegenomen. Wij moeten durven ons kwetsbaar op te stellen door de gedachte “het is nu eenmaal zo” los te laten. Breeveld verwoordt dat alle handelen ten diepste voortkomt uit het menselijk “denken” en dus de grootste winst in het veranderd denken zit. Daarop benadrukt Wilson de omslag van een consumptieve overheid als grootste werkgever naar het midden- en kleinbedrijf als motor van het land. De overheid moet zich profileren als voorwaardenscheppende organisatie, zodat bedrijven ruimte krijgen op transparante wijze zaken te doen. Het voornemen van de nieuwe regering om parastatale organisaties te privatiseren en ambtenaren op natuurlijke wijze af te laten vloeien naar het bedrijfsleven, past in het geheel.

De VS Ambassadeur geeft aan bereid te zijn Suriname te helpen bij de afronding van de NRA. Het is nl. van vitaal belang om het vertrouwen in de Surinaamse bankensector op te bouwen en het vermogen om deel te (mogen) nemen aan de internationale financiële arena te vergemakkelijken. De Franse ambassadeur vraagt ook respect voor mens en milieu, met speciale aandacht voor illegale mijnbouwactiviteiten. De gewenste aanpak van de informele goudsector in Suriname vereist een veranderd denken.

Wilson stelt dat de spelregels in het internationaal speelveld echter zijn gewijzigd, met gevolgen voor onze onderhandelingspositie. Om die ten voordele van Suriname te keren is visie op de middellange termijn nodig. De vereiste omslag in Suriname zal komen door bij herhaling te wijzen op vermelde urgente switch!

Quote: “Corruptie = Armoede. Anti Corruptie = Compliant!”

More
articles