BANKEN KUNNEN REGERING NIET MEER LENEN

OPPENHEIMER LENINGEN ZIJN GROOTSTE NEKSLAG

De overheidsschulden drukken op eeen dusdanig zware wijze op de nieuwe regering, dat president Santokhi openlijk moest toegeven, dat ons land financieel eigenlijk failliet is. Dat was al te merken toen in juni, SRD 350 miljoen werd geleend bij de lokale banken door de  regering Bouterse  om de ambtenarensalarissen over de maand juni te kunnen voldoen. Voor de maand juli is de regering sinds haar aantreden doende gesprekken te voeren met de vakbonden, de Bankiersvereniging en de Centrale Bank. Naar verluidt heeft de regering wederom getracht een beroep te doen op de lokale banken, maar onze bronnen hebben Keerpunt meegedeeld, dat een groot deel van deze financiële instellingen niet beschikt over voldoende financiële middelen, om ook deze maand de overheid te kunnen voorzien. De grotere banken zullen naar verluidt, wel kunnen inkomen met een deel van het geld voor de salarissen, maar de be-taling van het vakantiegeld loopt deze maand zeer waarschijnlijk op de klippen. De uitbetaling van overheidssalarissen en vakantiegelden is daarom niet gegarandeerd, want de Staatskas is namelijk leeg. Financieel deskundigen stelden tegenover ons, dat nu de tijd is aangebroken om naar het Internationaal Monetair Fonds (IMF) te stappen. Ook de econoom en oud-bankier Jim Bousaid, heeft ondertussen tegenover journalisten bevestigd, dat Suriname er volgens hem, nu niet onderuit komt, om de hulp van het IMF in te roepen. De overheid ondervindt enorme last door de betalingen van rente en aflossingen van buitenlandse schulden.  De twee grote Oppenheimer leningen vormen zeker de grootste nekslag voor de regering Santokhi. De staat Suriname onder leiding van de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, heeft in 2016 een enorme lening afgesloten van USD 550,- miljoen bij Oppenheimer & Co tegen een rente van 9,25 procent met een looptijd van tien jaar. De bonds lopen tot 2026 en de jaarlijkse rentebetaling is een enorme financiële strop voor de nieuwe regering. Daarna is Hoefdraad vorig jaar december een nieuwe obligatielening aangegaan van USD 150 miljoen bij dezelfde Oppenheimer. Hierbij werd een bedrag van USD125 miljoen ingezet voor een achterstallige betaling aan Alcoa, zodat Suriname in het bezit kon komen van de Afobaka-stuwdam. Wegens het slechte financiële beleid van de regering Bouterse was Suriname niet in staat de aflossing van USD 23 miljoen, horende bij de eerste tranche te voldoen. Daarom heeft Suriname aan de obligatiehouders om een herschikking van het aflossingsschema gevraagd. De herschikking voor de obligatielening die voor de duur van drie jaar was afgesloten, hield in dat in 2023, het totaal geleende bedrag terug moest zijn betaald.

More
articles