OPPENHEIMER EN MOEDERBANK MOESTEN GOUDROYALTY’S DELEN?

Op 1 november 2019 werd er tussen de minister van Financien, Gillmore Hoefdraad en Robert van Trikt een overeenkomst getekend voor de duur van 15 jaar en wel tot 1 november 2034, inhoudende dat royalty’s die Grassalco N.V. verkrijgt van IAMGOLD eigendom zijn van de CBvS. In de overeenkomst staat duidelijk vermeld, dat uit de aan de CBvS afgedragen inkomsten, alle schulden die de staat heeft bij de CBvS worden afgelost, alsmede de overschrijding van de lopende rekeningen. Met andere woorden het betreft geen leenovereenkomst, maar een overeenkomst waarin de Staatsschuld (SRD23 miljard) wordt afgelost door middel van de Royalty’s. Je zal dan hierbij denken, dat de Staat Suriname met de goudroyalty’s 15 jaar vastzit en die netjes dienen, om de Staatsschuld af te lossen. Maar nee, vervolgens gaat de minister van Financiën in december 2019 een lening aan bij Oppenheimer & Co. voor USD 125 miljoen om de overname van de Afobakkastuwdam te kunnen betalen. Deze informatie is terug te vinden in een lijvig document met strafbare feiten van minister Gillmore Hoefdraad van Financiën. Het document is vorige week aangekomen bij De Nationale Assemblee en de procureur-generaal (pg) mr. Roy Baidjnath Panday heeft daarin uitvoerig aangegeven en toegelicht met onderliggende stukken, hoe Hoefdraad door middel van handelingen samen met ex-governor Robert van Trikt in strijd heeft gehandeld met de wet. In dit document staat er uitgebreid, hoe de Staat Suriname binnen 90 dagen geregeld moet hebben, dat alle royaltybetalingen van IAMGOLD naar een speciale rekening gaan als zekerheidstelling voor de lening. Ook, andere betalingen van IAMGOLD aan de overheid of overheidsbedrijven, moeten rechtstreeks naar deze account. Indien, Suriname niet kan voldoen, gaat de rente van de lening met 3% omhoog. Door deze lening met Oppenheimer aan te gaan, heeft Hoefdraad de goudroyalty’s voor een tweede keer bezwaard, om te voldoen aan hetgeen overeengekomen is met Oppenheimer&Co. Om dit te realiseren heeft Hoefdraad toen een zogeheten “Waterval constructie” toegepast, waarbij de royalty’s binnen 90 dagen op de speciale rekening geplaatst werden, om bij Oppenheimer te doen voorkomen, dat de Staat zich hield aan de overeenkomst, waarna de royalty’s naar de CBvS gingen zoals overeengekomen op 01 november 2019. Hoefdraad wist vanaf het prille begin, dat het “pledgen” van de royalty’s van CBvS ongegrond was, omdat die juridisch toebehoren aan de moederbank. Door zo corrupt en malverserend te handelen heeft Hoefdraad onjuiste informatie verstrekt aan de regeringscommissaris Vijai Kirpalani, toen die vragen begon te stellen over het dubbel “pledgen” van de royalty’s. Dat van het dubbel “pledgen” wordt ook door de adviseur van Hoefdraad, Bernard Krockow in een whatsapp bericht van zaterdag 22 februari 2020 uitgelegd aan Kirpalani.

Daaruit blijkt de verkeerde voorstelling, die bewust is gecreëerd werd voor Oppenheimer door Hoefdraad, om de lening in December 2019 ad USD125 miljoen mogelijk te maken. Wat er dan ook nog bijkwam, was het schandaal van de “verdwenen” c.q. verduisterde kasreserves begin dit jaar. Na deze handelingen met de goudroyalty’s van Hoefdraad, werden de royalty’s en de goudreserves voor een derde keer bezwaard en wel door de CBvS, toen zij deze als zekerheidstelling heeft uitgegeven aan de lokale banken in het terugbetaalcontract van de ruim US$ 200 miljoen (ruim US$ 100 miljoen aan kasreserve en US$ 97 miljoen aan vreemde valuta termijndeposito). Of dit opzet is geweest van de moederbank, moet nog uit het onderzoek blijken, maar naar Keerpunt verneemt, zijn de lokale banken zeer ontstemd over dit nieuws, aangezien de goudroyalty’s hun enige zekerheidstelling waren die nog solide zouden zijn.

More
articles