Devaluatie na de verkiezing niet meer uit te sluiten

Volgens de econoom, Steven Debipersad, valt het niet meer uit te sluiten, dat er na de verkiezingen wederom een devaluatie zal komen, vandaar dat de koersen nu al steeds verder stijgen ondanks de aangenomen valutawet. “Cambio houders zijn ook ondernemers en met de aanname van de nieuwe wet, mogen ze alleen valuta opkopen tegen de bankkoers. Maar doordat niemand komt om te verkopen voor de bankkoers passen ze hun prijzen aan, om toch nog te kunnen verdienen”, zegt Debipersad. Hij zegt aan dat dit één van de problemen is waarmee we in de komende periode als land geconfronteerd zullen raken. Een ander probleem is volgens de econoom, dat wij niet in staat zullen zijn, onze leningen af te lossen. Dit zegt Debipersad naar aanleiding van de conclusie die het internationale ratingbureau Moody’s over Suriname heeft uitgesproken.

Volgens Moody’s zijn wij als land gedegradeerd van B2 naar B3, wat betekent dat we niet kredietwaardig zijn verklaard. Verder zien de vooruitzichten voor het land er volgens Moody’s er niet goed uit.

Debipersad verklaart dat dit resultaat niet verschilt van wat de ratingbureaus Fitch en Standard & Poor’s eerder hebben gegeven. “Elk bureau werkt met zijn eigen codering, maar het komt allemaal op hetzelfde neer”, zegt de econoom. Hij is van mening, dat het geen geheim meer is dat Suriname economisch naar de verdoemenis is. “Het is de zoveelste keer dat er hiervan melding is gemaakt, maar het is steeds weer gebleken dat de overheid niet uit haar fouten leert”, geeft Debipersad aan. Hij zegt het alleen jammer te vinden, dat het niet de mannen zijn die het beleid maken die het zullen voelen, maar het juist de ondernemers en de gezinnen zullen zijn. “Mensen zitten nu al met de gebakken peren en dat zal zeker erger worden”, aldus Debipersad.

Volgens hem is het enige verschil met de eerdere ratings, het feit dat Moody’s stelt dat het de schuld is van de overheid, dat het land in een dergelijke positie is beland, terwijl de andere zeiden dat het zou kunnen liggen aan de situatie rondom de verspreiding van het Covid-19 virus. “De overheid heeft duidelijk een structuur van meer uitgeven dan zij verdient en dan ga je meer lenen. Nu er overal is geleend, dan betekent het aflossen van de schulden een uitdaging”, geeft Debipersad aan.

Volgens hem bestaat er ook geen twijfel over dat de overheid monetair zal financieren, vooral vanwege het feit dat de wet uitzonderingstoestand is aangenomen en er een noodfonds is opgezet, waarin er gestort moet worden. “De banken hebben duidelijk aangeven, dat zij geen geld hebben om aan de overheid te geven. Dat wil zeggen dat ze vervolgens zal aankloppen bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en die zal het geld moeten geven”, zegt Debipersad. Hij stelt aan dat ook in het buitenland dit het geval is, alleen wordt het geld waarmee monetair gefinancierd wordt geïnvesteerd in de private sector, in gezinnen enzovoort, terwijl dit geld bij ons gelijk gaat naar de overheid. “Dat betekent dat het geld meteen ontwaardt omdat het niet op de juiste manier in de samenleving wordt gebracht’, aldus Debipersad.

Hij merkt op dat ook aan de lege schappen in de winkels te merken is, dat Suriname economisch verder aan het verslechteren is. “Men werkt haast in alle branches met de  voorlopige voorraad, omdat men niet in staat is nieuwe spullen aan te schaffen”,  aldus Debipersad.

More
articles