VOORKOMEN EIGENDUNKELIJKE INTERPRETATIES

In De Nationale Assemblee is vanmorgen rond 9.00 uur na een marathonzitting de Wet Uitzonderingstoestand COVID-19 met 27 stemmen voor en 8 tegen aangenomen. De wet is door de huidige regering door het parlement gejaagd ofschoon er in de gemeenschap grote bezwaren zijn geopperd, omdat hij gezien wordt als gelegenheidswetgeving zeer ingrijpend en de regering verregaande bevoegdheden krijgt, die ze anders onder normale omstandigheden, niet zou kunnen toepassen. Ook hebben critici aangegeven, dat deze wet op dit moment niet kan worden afgekondigd in het kader van de bestrijding en verdere beteugeling van de Covid-19 pandemie, omdat daar gezien de bereikte maatregelen vanwege de regering en de zeer effectieve benadering van dit vraagstuk, een introductie van een dergelijk verregaande wet, niet rechtvaardigt. Velen zijn nu van mening, dat de overheid de Covid-19 crisis wenst te misbruiken, om daar vooral haar enorm financieel gebrek mee te kunnen bevredigen. De wet zal de regering Bouterse wél de mogelijkheid bieden, bepaalde zaken op zeer dwingende wijze, door te voeren. Ook bij de media is de verontrusting toegenomen, nadat bij zeker één radiostation al dreigementen zijn ontvangen en wel met betrekking tot de regelmatige presentatie van een programma, verzorgd door een bepaalde presentator. De regering beweert steevast dat de Wet Uitzonderingstoestand COVID-19. is aangenomen, zuiver in het kader van de op adequate wijze bestrijden van dit gevaarlijke virus en ter voorkoming van een verdere verspreiding. Laten wij hopen dat deze wet slechts in dit kader zal worden toegepast, en dat bij de controle op de naleving van deze wet er geen excessen zullen ontstaan, en dat de zogeheten controleurs niet overgaan tot hun eigendunkelijke interpretatie van al hetgeen in de wet is verankerd. Artikel 4 lid 1 van deze wet stelt ten aanzien van de voorlichting gedurende de COVID-19 Uitzonderingstoestand het volgende: Overminderd het bepaalde in artikel 3 treft de regering maatregelen en voorzieningen met betrekking tot de informatievoorziening naar de samenleving om te garanderen dat burgers in verband met de COVID-19 pandemie, tijdig de correcte informatie ontvangen. Tot zover de aanhalig van artikel 4. Wij gaan ervan uit, dat geen enkel zichzelf respecterend medium met een jarenlange traditie van objectieve en eerlijke nieuwspresentatie, de behoefte zal hebben, niet de juiste informatie voor wat betreft deze zeer ernstige bedreiging van onze volksgezondheid, te verstrekken. Mensen die zich bezig houden met het brengen van fake nieuws wordt vermoedelijk op gedoeld. Voor wat betreft de radiozenders, schuilt er naar onze mening wél een addertje onder het gras en kunnen er wel drastische maatregels vanwege de overheid volgen. Artikel 4 lid 2 kan wel als zeer ingrijpend worden gezien, omdat uitzendvergunningen kunnen worden ingetrokken. Hierbij moet wederom met nadruk op gewezen worden dat men bij bepaalde zaken niet een eigen interpretatie van het wetsartikel moet hebben, om rancuneuze acties tegen een omroepstation te ondernemen. Als de wet echt en alleen bedoeld is om te helpen bij het beteugelen en voorkomen van de verdere verspreiding van het COVID-19 coronavirus en van tijdelijke aard is, en niet misbruikt zal worden voor zaken die niets te maken hebben met handelingen die passen in een democratische rechtsstaat, dan zal ook deze periode uiteindelijk voorbij gaan. De regering moet er echter wel rekening mee houden, dat zodra er zaken gaan spelen, die te maken hebben met schending van de mensenrechten en het opleggen van een zware beperking op de vrije meningsuiting, de antipathie tegen haar zwaarder zal toenemen met alle negatieve gevolgen voor haar bij de komende verkiezingen.

More
articles