Naar wij vernemen, wordt de directie van Staatsolie zwaar onder druk gezet door de regering Bouterse, om investeringen van buitenlandse bedrijven toe te laten in block 58 vóór de kust, waar een tweede significante olievondst is gedaan. Staatsolie heeft ook in de tweede olievondst een deelname van 20%. “Block 58 is momenteel voor de volle 20% van Staatsolie en niet van de Staat Suriname. Staatsolie is niet van plan om block 58 of een deel daarvan te verkopen, verpanden of als onderpand weg te geven. Staatsolie alleen kan de 20% verpanden, maar daarvoor moeten Agnes Moensi-Sokowikromo Finance Director en ik voor tekenen en dat gaan we beiden niet doen”, bevestigde Rudolf Elias, CEO van Staatsolie in een eerder interview met de krant.  Volgens betrouwbare bron, is er een “verzoek” gedaan aan de Staatsolie CEO, waarin wordt aangedrongen op de verkoop van aandelen. Van alle kanten is er belangstelling voor block 58 en de study area. “Alleen via Staatsolie is verkoop mogelijk. Dit is bij wet geregeld en op dit moment zijn wij niet open”, laat Elias weten. Ook tegenover andere media heeft de CEO gezegd, dat het eerder ingenomen standpunt van het bedrijf blijft staan. “We onderhandelen niet over de study area net onder block 58, zolang we niet precies weten wat er is. En we onderhandelen al helemaal niet over block 58”, benadrukt de topman van Staatsolie. Volgens Elias is heel veel belangstelling voor Staatsolie’s participatie van 20% in block 58, maar ook in de study area. Elias heeft verder verteld, dat hij herhaaldelijk heeft geprobeerd uit te leggen, dat De Wet zegt, dat alleen Staatsolie consessies mag hebben en de overeenkomst met Apache en Total zegt duidelijk, dat Staatsolie mag participeren voor 20%. “De enige partij die daarover kan onderhandelen is conform de wet Staatsolie. Niet de minister van Financiën en ook niet de minister van Natuurlijke Hulpbronnen, kan onderhandelen hierover, stelt Elias.

Ook zegt de Staatsolie topman, dat voor de mensen die denken dat er een mogelijkheid is dat het opgehaalde geld van de obligaties gevaar zou kunnen lopen, heel klein is. Dit omdat de internationale banken een MAC hebben ingevoerd in de contracten. De Material Adverse Change (MAC)-clausule, heeft als doel de investeerder te beschermen tegen omstandigheden die een aanzienlijke impact hebben op de financiële positie van de organisatie. Met een adequate MAC-bepaling wordt de investeerder beschermd tegen een daling van de waarde van de aandelen die hij heeft afgesproken bij het tekenen van de overeenkomst. In het geval van Staatsolie zou het betekenen, dat indien er veranderingen mochten komen in het bestuur of een onderdeel van Staatsolie wordt verkocht, dat de internationale banken/ investeerders mogen ingrijpen en de zaken die als onderpand zijn gegeven  beslag op te leggen.