De Regionale Gezondheidsdienst (RGD) laat per brief weten, dat zij via de media heeft kunnen vernemen, dat er Cubaanse collega’s voor hen ter beschikking zijn. Dit is nimmer met de Vereniging RGD-artsen (VRA) doorgecommuniceerd. De RGD-artsen geven verder aan dat zij ervan op de hoogte zijn, dat de VMS wel formeel is geïnformeerd en ook haar reactie daarop is bekend. De Vereniging van RGD-artsen geeft in haar brief aan, volledig achter de standpunten van de VMS te staan. In de dagelijkse praktijk heeft de RGD nimmer gemerkt dat er sprake is van een tekort aan artsen op deze schaal. Er is ook nooit onderzocht of er daadwerkelijk een tekort is, daarom is de RGD van mening dat deze handelswijze ondoordacht en ongefundeerd geschiedt. De organisatie wijst erop dat er momenteel grote aantallen assistent-artsen, co-assistenten en pre-klinische studenten zijn. Het inzetten van buitenlandse collega’s op RGD-locaties zal voor taakverzwaring zorgen, omdat cliënten kort na een consult bij de buitenlandse collega’s, toch vanwege de taalbarrière, een Surinaamse arts zullen consulteren voor een betere analyse van het klachtenpatroon.
Vervolgens is het de RGD opgevallen, dat wat het voorschrijfgedrag van de buitenlandse artsen betreft, er herhaaldelijk grove fouten worden gemaakt die zelfs fataal kunnen aflopen. Wederom wordt de Surinaamse arts door de apothekersassistente gevraagd te corrigeren. “Ook blijkt dat de buitenlandse collega’s niet gewend zijn aan de werkdruk. Het werktempo is laag, welke een verlengde wachttijd met zich meebrengt. Dit wekt de nodige irritatie bij de cliënt en onnodige overbelasting van Surinaamse artsen. Verder heeft de interpretatie van zowel intercollegiale als specialistisch medische feedback, een problematisch verloop met alle gevolgen van dien”, aldus de RGD. Tot slot doet de RGD het dringende verzoek om de tewerkstelling van deze groep van artsen in heroverweging te nemen.