Trawlers hadden nooit vergunning, maar toezegging

“We hebben sinds het begin aangegeven, dat het niet gaat om een vergunning, maar dat hetgeen deze trawlers hebben, slechts een toezegging is”, verklaart de voorzitter van de Surinaamse Seafood Associatie (SSA), Udo Karg, tegenover de krant. Volgens hem krijgen boten die van buiten komen, vooraf een toezegging. Pas na keuring door de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS), komen ze te staan in het register om in aanmerking te komen voor een vergunning. Volgens Karg is het dan ook onmogelijk dat ze de rechtszaak verliezen.
In stukken die de directeur van Ros National Fishery N.V., Zhang Xiaoxi, op vrijdag 29 mei aan de rechtbank overhandigde, stond dat de fabrieksschepen reeds in juli 2017 over een visvergunning beschikten. In het kort geding van 24 mei eiste de directeur ‘directe intrekking tot iedere beslissing van verwijdering van de trawlers, op straffe van een dwangsom van SRD 100.000 per dag’. Echter denkt Karg daar anders over. Volgens hem had Ros Fishery moeten weten dat het om een toezegging ging en die maakt deel uit van de procedure om in aanmerking te komen voor een visvergunning.
Lehkram Soerdjan, voormalig minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij, gaf destijds in het parlement te kennen dat er geen visvergunningen aan de trawlers verleend zullen worden, omdat ze niet aan de eisen van de Surinaamse viswetgeving voldoen. Kort daarna diende Soerdjan zijn ontslag in bij de president, die hem vroeg om te wachten. Geruchten doen de ronde dat de nieuwe minister, Rabin Parmessar, bij zijn aantreden als minister, al op de hoogte was van de vergunningen, maar door de aandacht in de media rondom deze kwestie, heeft besloten zijn handdoek in de ring te gooien.

De Chinese hektrawlers die zich vanaf november 2018 in onze wateren bevinden, kregen van minister Parmessar tot 22 mei de kans zich te verwijderen. Echter sleepte Xiaoxi de staat Suriname voor de rechter en bevinden de trawlers zich nog steeds in Surinaamse wateren.

-door Yves Kloppenburg-

More
articles