De Centrale Bank van Suriname, CBvS, is zeer euforisch als het gaat om de door haar geprojecteerde economische groei van 2 tot 3 procent. Keerpunt zou ook euforisch willen zijn over een daadwerkelijke ‘economische vooruitgang’, helaas kunnen we er niet vanuit gaan dat dit percentage een positief beeld verleent ten opzichte van het daadwerkelijke economisch herstel dat Suriname nog dient te ondergaan. Sinds 2015 is onze economie met ruim 7 procent achteruit gegaan. Dus wanneer de moederbank optimistisch wil zijn in haar berichtgeving, dan moet zij ook eerlijk vermelden, dat de inkomsten uit de mijnbouwsector dan misschien wel gunstige perspectieven bieden door uitbreidingen in de goudsector, maar zolang er niet daadwerkelijk aardolie is gevonden offshore, de economische groei relatief weinig c.q. teleurstellend blijft. Dit komt ook doordat ons land momenteel meer dan 100 leningen heeft lopen met de complimenten van minister Gillmore Hoefdraad. De meest opvallende leningen van Hoefdraad hebben betrekking op staatsobligaties via het Oppenheimer Fund, waarbij maar liefst 550 miljoen US-dollar werd geleend tegen een jaarlijkse interest van 9,25 procent hetgeen neerkomt op een slordige 50 miljoen dollar per jaar. De looptijd van deze lening bedraagt 10 jaar. Op 19 oktober 2026 zal de regering die op dat moment aan de macht is, dus eventjes 1 miljard US-dollar moeten retourneren, dus bijna het dubbele van wat wij als land oorspronkelijk hebben geleend. Er zijn in de afgelopen 6 jaar verschillende leningen afgesloten door de regering Bouterse, maar tot nu toe werd er geen transparantie verleend over waar het geld daadwerkelijk aan wordt besteed. Volgens het Bureau voor de Staatsschuld, is de totale staatsschuld tot nu toe SRD18.676,6 miljoen, maar hoe reëel is dit bedrag, wanneer we bliksems goed weten, dat de staat miljoenen US-dollars heeft geleend in binnen -en buitenland? Er worden leningen op de website van het Bureau voor de Staatsschuld vermeld die in strijd zijn met de realiteit, als je alleen maar kijkt naar de uitleg en de bestemming van deze enorme bedragen. Zo hebben alle paarse regeringen tot nu toe hun beleid gevoerd. Vanaf het moment dat regeringen Bouterse I en II door hadden dat er geen reserves meer waren, zijn ze acuut overgegaan allerlei leningen/kredieten aan te gaan om onze economie op een kunstmatige manier overeind te houden. Maar de leningen die zij hebben afgesloten in de afgelopen jaren, zullen zij naar onze mening niet kunnen aflossen, gezien de additionele uitgaven in het land, waaronder salarissen en bonussen van ambtenaren. De regering heeft ook nooit bij het aangaan van de leningen vermeld, wat de gevolgen zullen zijn en hoe zij deze lasten zal aflossen.

De CBvS geeft verder aan in haar euforische vermelding, dat de inflatie in ons land daalt, wegens afgenomen wisselkoersvolatiliteit. Maar dit is gewoon een gewiekst foefje om het volk weer voor de gek te houden, want als de internationale reserves van de moederbank in april 2019 het hoogste niveau sinds 2015 hebben bereikt, wil Keerpunt weten of de CBvS bereid is te verklaren waar dit geld ineens vandaan komt. Of heeft ze misschien een bedrag geleend en vervolgens gewoon gevoegd bij de reserves? Hoe betrouwbaar zijn de opgediende cijfermatige vermeldingen als het bekend is dat de bank president een marionet is van Hoefdraad? De wisselkoersen worden momenteel kunstmatig op een bepaald niveau gehouden, doordat de CBvS met valuta intervenieert via de lokale banken. Dit is een noodstap als gevolg in de stagnatie van de geldtransporten. Hierdoor is de cash US-dollar koers onder druk komen te staan, waardoor de wisselkoers voor de US-dollar door de toegenomen vraag weer de lucht in gaat. De Centrale Bank van Suriname heeft hoop dat de hervatting van geldtransporten binnen niet al te lange tijd zal plaatsvinden waardoor er wat meer rust zal optreden op het wisselkoersenfront. Maar als de Centrale Bank eerlijk is in haar publicaties, dan moet zij duidelijk aangeven, dat in het kader van het in Nederland strafrechtelijk onderzoek, eerst de herkomst van de 19.5 miljoen euro uit de geldzending moet worden prijsgegeven, voordat er überhaupt weer geldtransporten naar Suriname kunnen plaatsvinden, want als de Surinaamse banken van wie het geld oorspronkelijk afkomstig was, de nodige informatie konden verstrekken, had het Openbaar Ministerie allang de euro’s vrijgegeven. Maar omdat er informatie ontbreekt inzake de herkomst van het geld van een bepaalde klant van een bank, wordt de totale geldzending aangehouden.