Extra belasting op junkfood

De consumptie van junkfood neemt eerder toe, dan af. Junkfood is ongezond, vandaar dat diverse landen de mogelijkheid bekijken om extra belasting te heffen op dergelijke voeding, om zo de bevolking aan te moedigen minder junkfood te eten. In een publicatie van 2016 van The Economic Times, hebben acht landen de oorlog verklaard aan junkfood: Kerala, Mexico, Chili, Japan, Frankrijk, Noorwegen, Australia en de Verenigde Staten van Amerika.
Dew Sharman, arts, VHP-parlementariër en lid van de vaste commissie van het ministerie van Volksgezondheid, zegt desgevraagd dat hij een dergelijke belasting op junk-food graag ziet in ons land.
Hij vindt dat het consumptiegedrag van vooral jongeren verontrustend is. Hoewel hij geen wetenschappelijk onderzoek heeft gedaan, zegt Sharman te kunnen stellen dat er heel veel junkfood wordt geconsumeerd. De lange rijen en drukte bij de fastfoodrestaurants, spreken volgens hem voor zich.
Sharman maakt zich ook zorgen om de steeds jonger wordende patiënten die aan diabetes lijden, volgens hem onderschatten mensen het gevaar van junkfood. Overmatig gebruik van dergelijk voedsel, kan gezondheidscomplicaties veroorzaken. Daarom doet hij een beroep op ouders om hun kinderen vanaf jongs af aan bewust te maken van gezond voedsel. Ook binnen het onderwijs moet er volgens hem meer gedaan worden met gezonde voeding. “De informatievoorziening naar de samenleving moet opgevoerd worden”, zegt Sharman. Een keertje junkfood eten, kan geen kwaad, maar het moet geen gewoonte worden. Hij is er ook voorstander van dat naast het invoeren van belasting op junkfood, deze ook moet komen op alcohol- en tabaksproducten.
Sharman ziet met de invoering van deze belasting een mogelijkheid om de gezondheidssector te financieren. Volgens hem kunnen de belastinggelden op junkfood, alcohol en tabak, gestopt worden in de gezondheidssector. Hij benadrukt dat het niet zo moet zijn dat de belastinggelden worden geïnd en gebruikt worden voor andere dingen, zoals bij de Rij- en Voertuigenbelasting, waarvan slechts 10 procent gaat naar infrastructuur.

door Johannes Damodar Patak

More
articles