Visserijsector sleept LVV-minister naar groene tafel

De totale visserijsector heeft besloten om de minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) Lekhram Soerdjan, naar de groene tafel te slepen. Dit zegt Prahlad Sewdien, voorzitter van de Federatie van Surinaamse Agrariërs (FSA) tegenover De West. De visserijsector had de minister een ultimatum gesteld tot gisterenmiddag 12:00u om te reageren op een schrijven dat zij gericht had aan de minister.
Het ultimatum volgde op de deadline die de visserijsector had gesteld aan minister Soerdjan op woensdag 9 januari, waarop hij ook niet reageerde. De brief aan de LVV-minister is geschreven namens de Surinaamse Seafood Associatie, Suriname National Fisherfolk Organisation, Federatie van Surinaamse Agrariërs, Suriname Industrial Fisheries Cooperative en het Visserscollectief. Sewdien geeft aan dat de raadsman al gestart is met de voorbereiding van de rechtszaak en hoopt van de week nog een verzoekschrift te deponeren bij de rechter.
De visserijsector wil via de rechter, de minister dwingen om met de gevraagde bescheiden te komen, te weten: keuringsrapportages van alle zes fabriekstrawlers; de afwijzing van de vergunningaanvraag van ROS International Fisheries N.V.; mededeling van de afwijzing van de aanvrager; een schrijven corrigerende althans buiten werking stellende de toestemmingsbrief en een lijst van 2016, 2017 en 2018, met het overzicht van alle verleende toestemmingsbrieven en mededelingsbrieven van visvergunningen.
Minister Soerdjan heeft te kennen gegeven niet te begrijpen waarom er een ultimatum aan hem wordt gesteld als op basis van gelijke partners er wordt omgegaan met elkaar. Sewdien erkent dat de partijen gelijke partners zijn, maar vraagt zich af waarom het zo moeilijk is geweest voor de minister om te reageren op de brief van de visserijsector. Volgens hem kon Soerdjan tenminste aangeven, dat hij de brief in goede orde heeft ontvangen en dat hij binnen een bepaalde periode zou reageren.
Sewdien geeft aan dat de totale visserijsector zich bezorgd maakt over het toelaten van de Chinese fabriekshektrawlers om in Surinaamse wateren te vissen. “Wij zitten in die sector en leven ervan. Als wij dit toelaten, dan zijn ruim 5.000 mensen hun brood kwijt.’’ De visserijsector kan volgens Sewdien vergeleken worden met een hartoperatie: “Niets mag er mis gaan, anders gaat de patiënt dood.” Volgens hem ziet de minister de ernst van de zaak niet in.
De trawlers bevinden zich, ondanks dat ze zijn afgekeurd, nog steeds voor de kust van ons land, Sewdien vermoedt op basis van hun aanwezigheid en de uitspraken van president Bouterse, dat de regering bezig is te kijken op welke manier ze toch gefaciliteerd kunnen worden. Sewdien vindt dat op zich geen probleem, maar zegt wel dat er eerst een onderzoek gedaan moet worden, alvorens er een besluit wordt genomen. Volgens hem moet het niet zo zijn dat eerst proef wordt gedraaid en dat achteraf blijkt dat er schade is berokkend. Hij merkt op dat er nu al te veel visvergunningen zijn versterkt.
Er wordt, aldus Sewdien, al geruime tijd ook gesproken over het vissen op tonijn, waar de International Commission for the Conservation of Atlantic Tunasde (ICCAT), over gaat. Een land moet lid zijn van deze organisatie en zich houden aan het door ICCAT vastgestelde quotum voor het vangen van tonijn. Sewdien vertelt dat er wel Taiwanse boten zijn die onder de vlag van Panama op tonijn vissen en Suriname slechts als aanmeersteiger gebruiken. Panama is lid van de ICCAT. Hij betwijfelt als ons land, indien het lid wordt, de contributie van de ICCAT, die miljoenen dollars bedraagt, zal kunnen opbrengen.

 

-door Johannes Damodar Patak-

More
articles